telefan.nl magazine Geschiedenis van de Telefonie in Nijmegen tot +/- 1915 Telefan magazine Nr. 4
telefan.nl Voorwoord In deze uitgave: Dit is de 4e uitgave van het Telefan magazine 3 Inleiding Deze keer een speciale uitgave over de geschiedenis 3 De telegraaf in Nijmegen van de Telefonie in Nijmegen, tot +/- 1915. 5 De uitvinding van den Telephoon 6 Begin van de telephoon in Nederland Augustus 2022, Jan Jansen 7 Start van de telephoon in Nijmegen Door de beperkingen i.v.m. corona, zijn we niet in staat 13 Intercommunaal telefoonverkeer geweest fysiek bezoek te brengen aan archieven. 14 Brand! Desondanks is het toch gelukt een beeld te scheppen 17 Kwaliteit van het Telephoonnet van het begin van de telefoondienst in Nijmegen. 19 Afloop van de licentie 20 Het begin van automatische telefoon? 22 Fotogalerij 27 Foto en literatuur verantwoording COLOFON Redactie Samenstelling van deze uitgave: Jan Jansen Aan deze uitgave werkten mee: Gert van Beek Hans Woltering Arnold Abels (voorzitter sTEN) Redactieadres: Singravenlaan 2 Arnhem bereikbaar op telefoonnr.: 026 3614879 (dinsdag middag) en e-mail: [email protected] Foto op het voorblad: Het torentje van het Stadhuis in Nijmegen +/- 1920 Telefan is ook te vinden op: www.telefan.nl Hergebruik is toegestaan voor niet commercieel gebruik met vermelding van Telefan. Copyright= CC-BY-NC
Inleiding. Het telegraafkantoor was gevestigd in een ruimte bij het Waaggebouw. In het gebruik van, en voorafgaand aan, de telefoon speelt de telegraaf een belangrijke Afb. 3 Detail van een stadsplattegrond van Nijmegen rol. In 1835/36 werd door verschillende uitvinders een telegraafapparaat bedacht. De IIn 1877 worden er proeven gedaan met den bekendste daarvan was Samuel Morse die verrespreker (Telephon), over telegraaflijnen ook een code ontwikkelde welke nu nog tussen Arnhem en Nijmegen, dat is de gebruikt wordt. Over heel de wereld worden vroegste vermelding van telefoon in telegraafverbindingen aangelegd, de eerste Nijmegen. Daarover meer onder: Begin van in de verenigde staten in 1844. In Nederland de telephoon in Nederland. werd op 25 mei 1845 een proef gedaan met de eerste telegraafverbinding in Nederland Een beeld van het aantal telegraaf- langs de spoorlijn Haarlem – Amsterdam. verbindingen met Nijmegen wordt geschetst Op 1 december 1852, werd de Rijkstelegraaf in het volgend bericht uit 1859: opgericht en een begin gemaakt met de inrichting van een landelijk telegraaf Afb. 4 Algemeen Handelsblad van 22-03-1859 netwerk. Naar aanleiding van de publicatie over het De Telegraaf in aantal oproepen werd opgeroepen aan Nijmegen. handelaren en gemeentebestuur om samen aan te dringen op uitbreiding van de Nijmegen lag niet aan één van de openingsuren van het telegraafkantoor. hoofdroutes voor telegraaflijnen maar in Kennelijk is er aan gewerkt want in 1861 is 1855 ruim twee jaar na de telegraaf- het zover, er wordt overgegaan van beperkte aansluiting van Arnhem met Amsterdam doet dienst naar “normale” dagdienst en dat werd het Gouvernement (dat zetelde in Arnhem) in de Nederlandsche Staatscourant een voordracht aan de Gemeente Nijmegen bekendgemaakt. dat, als de gemeente ruimte beschikbaar stelt, het eerste jaar alle kosten door het Land gedragen zullen worden, en zo wordt op 1 juli in 1856 in Nijmegen een Telegraafkantoor geopend. Afb. 1 Uit de Rotterdamsche Courant op 31-10-1855 Afb. 2 Opening Telegraafkantoor Nijmegen op Afb. 5 De Nederlandsche Staatscourant 28-12-1860 01-07-1856 Uit: De Noord-Brabanter
De telegraaflijnen werden meest Vóór de telefoon had de telegraaf dus een bovengronds, luchtlijnen op palen, vooral belangrijke positie in het berichtenverkeer. langs spoorbanen aangelegd. Maar al in 1860 Het hoofdbestanddeel van de berichten was worden er telegraafkabels gelegd door de vooral zakelijk. Op de Renbaan werd bij de waal. wedrennen een tijdelijk telegraafkantoor opengesteld. Zo kon in andere plaatsen ook op de rennen worden gewed. Regelmatig stond daarvoor een aankondiging in diverse couranten ook in de Staatscourant, daar stond kennelijk ook wel eens een foutje in… Afb. 6 De Nederlandsche Staatscourant 01-08-1860 Afb. 9 Algemeen Handelsblad 23-05-1885 Het telegraafverkeer neemt verder toe en er Voor mensen die zelf geen telefoon hadden worden meer kantoren geopend. en toch iemand telefonisch wilden spreken werden openbare spreekcellen ingericht. Afb. 7 Nederlandsche Staatscourant 23-06-1879 Rond 1890 door de Nederlandsche Bell Telephoon Maatschappij eerst aan de lokale Minder dan een jaar later is er al weer een netten maar al vrij snel ook verbonden met verruiming van de tijden en ook een het Intercommunale net. Eind 1890 aanpassing van het tarief. verschijnen deze cellen ook in de telegraaf- kantoren. Dan wordt het ook mogelijk een telefoongesprek aan te vragen met iemand die geen telefoon heeft, dan wordt de gewenste persoon door een bode gewaarschuwd dat op een afgesproken tijd een gesprek gevoerd kan worden in de openbare spreekcel. Het telegraafkantoor kent naast uitbreidingen ook tijdelijke verhuizing en er worden ook technische verbeteringen toegepast. Afb. 8 Uit: De Standaard 13-05-1880 Afb. 10 In het Algemeen Handelsblad van 19-11-1886
De uitvinding van den werkend model en dezelfde maand werd het Patent toegekend. Een paar maanden later “telephoon”. kwam het eerste werkende toestel voor productie gereed en dat werd door de Bell Al in de 50er Jaren van de 19e eeuw vond Company in verkoop gebracht. Antonio Meucci, Italiaan van geboorte, in USA een telefoon uit die hij Tetrophone Afb. 11 t/m 14 Antonio Meucci (I ), Philipp Reiss (D), noemde. Hij nam er een caveat (een soort Elisha Gray (USA) en Alexander Graham Bell (USA) optie op een octrooi) Het caveat werd enkele malen verlengd om diefstal van zijn idee te Afb. 15 Het masterpatent op de telefoon afgegeven in voorkomen. Hij stuurde zijn ontwerp naar maart 1876. Western Union een telegrafie bedrijf, daar werd niets mee gedaan en in 1874 verlengde hij, vanwege geldgebrek, het caveat niet meer. In de 60er jaren van de 19e eeuw experimenteerde Philipp Reis, in Duitsland, met een telefoon daarvoor bestond nog weinig belangstelling en door ziekte en vroege dood in 1874 is voor zijn ontwerp geen octrooi aangevraagd en is het ook niet tot productie gekomen. Hij gebruikte de naam Telephon. Elisha Gray was ook op zoek naar de mogelijkheden voor een “sprekende Telegraaf”. Er kwam nooit een werkend model maar alleen tekeningen en een omschrijving. Hij vroeg ook een caveat aan en dat werd ook toegewezen. Hij zette dit niet door, op aanraden van zijn advocaat, die hem vertelde dat Bell al eerder (in januari 1876) zijn uitvinding bij een notaris had vastgelegd, en een verdere aanvraag geen zin meer had. Dat was feitelijk onjuist omdat ook Bell nog geen werkend model kon tonen. In februari 1876 werd door advocaten van Alexander Graham Bell een octrooiaanvraag ingediend bij het patentbureau. Hij had toen ook nog geen werkend model, maar dat ontstond bij toeval op 10 maart 1876, toen Bell zijn medewerker Tom Watson om hulp vroeg, hoorde hij dat via de telefoon in een andere kamer. Er was dan sprake van een
Bell wordt nu beschouwd als de uitvinder van de telefoon, doordat hij als eerste een patent verwierf op een werkende telefoon. De andere genoemde pioniers hebben zeker ook een grote bijdrage geleverd aan de ontdekking en totstandkoming van de telefoon. Afb. 16 Alexander Graham Bell met het prototype van zijn telefoon. Afb. 17 Een nagebouwd model van het prototype. Afb. 18 Uit De Tijd van 10-12-1877 Begin van de telephoon Het in- en op -richten van een locaal in Nederland telephoonnet werd in eerste instantie over- gelaten aan de gemeenten. Zo ontstond er Voor dat er sprake was van inrichten van een een verschil in de start van de vele lokale telefoonnet waren er al proeven gedaan met telefoonnetten. In 1880 werd in Nederland telefoonverbindingen over telegraaflijnen. een dochteronderneming van de Eind 1877 werden er proeven gedaan met Internationale Bell Telephone Company telefoonverbindingen over telegraaflijnen opgericht: De Nederlandsche Bell-Telephoon tussen Arnhem en Nijmegen. Daarvan Maatschappij (NBTM) . Het was de eerste die verscheen een enthousiast bericht in een concessie kreeg om in Nederland een verschillende couranten. openbaar telefoonnet te starten. In 1881 werd in Amsterdam het eerste telefoonnet geopend met 49 abonnees. In 1888 werd de eerste interlokale verbinding gestart tussen Amsterdam en Haarlem. Na Amsterdam volgden al snel een aantal andere grote steden waar de NBTM een concessie verwierf. Dat was onder andere in Den Haag, Rotterdam, Haarlem, Utrecht en ook Arnhem.
Start van de telephoon Afb.23 Uit De Arnhemsche Courant van 18-10-1888 in Nijmegen In 1882 was er in Nijmegen al een concessieaanvraag door een particuliere aanvrager maar die werd opgeschort door de gemeenteraad. De NBTM wordt hier ook nog afgewezen in verband met de hoge kosten. In 1888 worden weer diverse aanvragen gedaan om een telephoonnet aan te leggen. Afb 19 Uit de Provinciale Geldersch en Nijmeegse Afb. 24 Stadhuis Nijmegen 1882 - 1890 Courant (PGNC) van 23-06-1888 N.B. Het centraalbureau zou uiteindelijk op een andere plaats in het stadhuis van Nijmegen gevestigd worden. Afb. 20 Vergunningaanvraag voor aanleg en exploitatie van een telefoonnet. Nieuws van de dag 19-07-1888 De heer Kaiser uit St. Anna (aan de weg naar Venlo) krijgt de concessie om in Nijmegen een telephoonnet te exploiteren. Afb. 21 Uit de Haagse Courant van 16-08-1888 Afb. 22 Uit de PGNC van 12-08-1888 Afb. 25 Uit de PGNC van 27-10-1889
In de gemeenteraad werd een vraag gesteld over de bouwkosten met daarop het antwoord, waaruit de verandering blijkt. Afb. 26 Uit de PGNC van 05-09-1889 Afb. 27 Plattegrond van de nieuwe aanbouw van het Afb. 29 Foto gemaakt in de Nieuwstraat, ca 1890, stadhuis waarop de telefoon op een tussenverdieping waarop de nieuwe aanbouw, met torentje, duidelijk te naast het torentje te zien is en op de zolderverdiepeng zien is. de Telefoonstelling staat getekend. N.B. De nieuwe aanbouw inclusief toren werd in 1936 weer afgebroken. Dhr. Kayser ging voortvarend te werk blijkt uit diverse krantenberichten. Om te starten moest er als eerste een waarborgsom gestort worden. Pas daarna kon met de werkzaamheden worden begonnen. Afb. 28 Tekening van de uitbreiding van het stadhuis. Afb. 30 Uit De Tijd 27-11-1888
Om het telephoonnet tot een succes te maken was een koppeling met andere netten noodzaak. Daar moest de Minister goedkeuring voor geven. Een koppeling met het Rijkstelegraafkantoor betekende bijvoorbeeld dat abonnees telefonisch telegrammen konden ontvangen en opgeven. Afb. 31 Uit het Nieuws van de dag 24-06-1889 Afb. 34 Uit de PGNC van 29-10-1889 De toestellen werden geleverd en geïnstalleerd door de firma Ribbink, van Bork & Co. Deze firma exploiteerde in een aantal steden, naast de NBTM, als tweede particuliere telefoonmaatschappij in Nederland ook een geregelde telefoondienst. Afb. 32 Uit de Arnhemsche Courant van 22-06-1889 Afb. 35 Uit de Tubantia 02-11-1889 Afb. 33 Uit de PGNC van 02-08-1889 Afb. 36 Uit de PGNC van 27-10-1889
Afb. 37 Telefoon van de firma Ribbink van Bork & Co. De telefoons waren in die tijd van het zogenoemde locaal batterij systeem. Van daar de grote houten kast waar in de batterijen waren ondergebracht. Het toestel kon tweedraads worden aangesloten maar in het begin werden toestellen met één draad aangesloten en de aan de andere kant werd de aarde gebruikt als tweede geleider. De bedrading was van ijzerdraad, ook wel gietstaal genoemd. Om de verbinding te maken met het centraalkantoor moest men draaien aan een krukje waar een generator aan zat welke belstroom genereerde. Op 31-10-1889 plaatst Dhr. Kayser de eerste telefoonlijst van Nijmegen in diverse kranten. Afb. 38 Uit De Gelderlander van 31-10-1889
Door Dhr. Kayser werd een telefoongids voorbereid maar door de grote toeloop werd een voorloper in de PGCN afgedrukt. Afb. 39 Uit de PGNC van 05-11-1889 Afb. 42 PCGN 05-11-1889 De aanleg verliep zeer spoedig waardoor het In diverse kranten waren onjuistheden centraal kantoor en dus de telefoondienst al vermeld welke door de concessionaris via op 06-11-1889 in gebruik werd genomen. Het een ingezonden brief werden rechtgezet. gaat dan nog uitsluitend over lokale telefoonverbindingen. Afb.40 Uit De Tijd van 09-11-1889 Afb. 43 PGNC 10-11-1889 Afb. 41 Alle lof voor Dhr. Kayser PGNC 06-11-1889
Er waren zoveel aanmeldingen voor een aansluiting dat bij opening van de dienst niet aan alle aanvragen kon worden voldaan. Vandaar onderstaand bericht. Afb. 46 Het Vaderland 22-02-1890 In Januari 1892 is het aantal aansluitingen al gegroeid tot 330. Afb. 44 Uit De Gelderlander van 10-11-1889 Afb. 47 Uit de PGNC 31-01-1892 In enkele maanden was het aantal aangeslotenen gegroeid tot 200. Afb 45 PCNG 20-04-1890 Afb. 48 Kijkje in de Molenstraat met telefoonpalen +/- 1900
Afb. 49 St.Annasraat met telefoonpaal, 1902 Omdat dienst was verbonden met de telegraafdienst, kon de opgeroepene door In 1893 wordt door de Dhr. Kaiser een een telegraafbode gewaarschuwd worden verzoek gedaan om toegang te mogen maken dat er op een bepaald tijdstip een tot het Intercommunale netwerk wat door de telefoongesprek zou plaatsvinden. De Nederlandsche Bell Telephoon Maatschappij ontvanger moest zich dan melden op het wordt beheerd. Maar dan wel onder dezelfde telegraafkantoor, daar was een spreekcel van condities als de aangeslotenen bij de BTMC waaruit het gesprek gevoerd kon worden. zelf. Zo moest de oproeper dus ook op het telegraafkantoor in de spreekcel plaatsnemen en werd het gesprek door telegraafbedienden tot stand gebracht. Het was voor telefoonbezitters natuurlijk al snel gewenst om van huis uit een dergelijk gesprek te kunnen voeren. Daarvoor moest een koppeling worden gemaakt met het het intercommunale netwerk wat door de NBTM werd beheerd. Al in 1891 werd een aanvraag gedaan door diverse concessiehouders om aansluiting te krijgen op het intercommunaal netwerk. De kosten daarvan werden te hoog bevonden. Er werd bezwaar gemaakt bij de minister. Afb. 50 Uit de Provinciale Noordbranantsche en 'S Hertogenbossche Courant 15-03-1893 Intercommunaal telephoonverkeer. Voor telefoonverbindingen buiten de eigen plaats, Intercommunaal, dat heet tegenwoordig interlokaal, moest gebruik worden gemaakt van het Intercommunaal net dat was een dienst verbonden aan de Rijkstelegraaf. Daarvoor moest eerst nog naar het telegraafkantoor gegaan worden. Daar kon je een gesprek aanvragen op een bepaald tijdstip. Afb. 51 Uit de Opregte Haarlemsche Courant
In 1894 was het zover, en wordt de Brand ! koppeling met het intercommunaal telefoonverkeer in het waaggebouw In december 1894 ontstaat tijdens gemaakt. werkzaamheden brand! Als de opgeroepen zelf geen telefoon had werd daar dus gebruik gemaakt van het hiervoor omschreven systeem. Afb. 52 De Gelderlander 14-01-1894 Afb. 54 Tubantia 15-12-1894 Dhr. Kayser had een verzoek ingediend voor Er was niet alleen schade aan het stadhuis exploitatie van het intercommunale net maar ook het telefoonverkeer was gestoord. Arnhem – Nijmegen. Dat wordt echter afgewezen. Afb. 53 De Maasbode 10-04-1894 Afb. 55 Tilburgsche courant 13-12-1894 De berichtgeving was erg divers, de verschillen in de omschrijving van oorzaak en gevolg waren op zijn minst opmerkelijk.
De telefoon was een actueel apparaat, naast de door de concessionaris aangeboden toestellen verschenen ook advertenties van andere aanbieders zoals in deze advertentie. Een telefoon geschikt voor intercommunaal verkeer en dus tweedraads. Afb. 56 Volgens De Gelderlander 16-12-1894 Het telefoonverkeer werd binnen een week hersteld met noodverbindingen. Afb. 57 Het nieuws van den dag 19-12-1894 Afb. 58 Telefoons in het boek zwakstoomtechniek van Afb. 59 Uit: Het geheugen van Nederland +/- 1896 de Technische Hogeschool in Delft 1914 In 1897 werd het intercommunale telefoonnet van de Rijkstelefoon opengesteld voor deelnemers in Nijmegen. Tot die tijd konden intercommunale gesprekken alleen worden gevoerd vanuit spreekcellen in telegraafkantoren. Overname door de staat van het intercommunale netwerk ,beheerd door Bell, was bij Koninklijk besluit bepaald. Voorafgaand was daar nog wel wat over te doen. Van staatswege werd de bestaande overeenkomst tussen de concessiehouder met de Nederlandsche Bell Telephoon- maatschappij opzij geschoven en moest de concessiehouder aan nieuwe voorwaarden voldoen. Dat ging niet zomaar.
De concessionaris gaf aan niet te kunnen voldoen aan de nieuwe door het rijk gestelde eisen. Als niet aan de eisen zou worden voldaan zou de aansluiting worden opgeheven. Uit het volgende bericht blijkt dat de aangekondigde opheffing werd voorkomen. Afb. 60 Uit het Dagblad voor Zuidholland en Afb. 61 a en b Uit het Staatsblad van 16-06-1897 ’ S Gravenhage van 19-08-1897.
Kwaliteit van het telephoonnet Het aantal lijnen wat voor deze dienst werd gebruikt was blijkbaar onderstaande bericht niet voldoende. Afb. 62 Algemeen Handelsblad 19-08-1897 Afb. 64 Uit De Maasbode van 21-12-1897 Het telephoonnet zoals dat in eerste instantie werd aangelegd bestond uit slechts één enkele draad per aansluiting, de aarde diende als tweede verbinding. De kwaliteit van een dergelijk net liet te wensen over. Voor de afhandeling van den intercommunalen dienst was een dubbeldraads aansluiting gewenst, maar dit kon de exploitant niet of slechts gedeeltelijk realiseren. Aansluiting aan het net voor internationele gesprekken werd zelfs geweigerd. Afb. 63 Uit de PGNC van 30-09-1897 Afb. 65-a Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage 20-02-1901 Het Rijkstelegraafkantoor, van waaruit het Intercommunale Rijkstelephoon verkeer wordt afgewikkeld, is dan gehuisvest in de Lange Hezelstraat Nr. 96. Daar bevind zich ook de openbare spreekcel.
Afb. 65-b (idem) Afb. 66 Blad uit de Rijksgids voor den Telefoondienst Afb. 67 Klacht over de Nijmeegsche Telefoon van 1904. in de Gelderlander 19-10-1905 Hierin wordt aangeduid welke perceelen tweedraads zijn aangesloten. Daarmee zijn ze beter geschikt voor het voeren van intercommunale en zelfs Internationale gesprekken.
Afloop van de licentie De telefoonaansluitingen waren vooral bovengronds, door de hele stad stonden spreitorens die natuurlijk ook onderhouden moesten worden. afb. 68 Uit De Gelderlander 21-06-1906 Afb. 71 Uit de PGNC van 22-12-1907 In 1908 loopt de licentie van de particuliere In 1908 wordt in Nijmegen het nieuwe telefoonmaatschappij inmiddels beheerd kantoor geopend, voor de Post Telegraaf en door de erven Kaijser af. Telefoondienst, tevens ambtswoning voor Ministerieel is dan al bepaald dat de Den Directeur. concessies van telefoondiensten niet meer Bij de aanbesteding was al rekening worden verlengd en dat de staat de gehouden met deze gecombineerde functie. exploitatie van deze diensten over neemt. De locatie was bepaald op de hoek van de Zodoende wordt de exploitatie van het Van Schevickhavenstraat en de Van telefoonnet in Nijmegen overgenomen door Broekhuysenstraat. de Rijkstelephoon. Afb. 72 Detail uit een stadsplattegrond Nijmegen - Noord Oostelijk deel, van 1908 Afb. 69 Uit de PGNC 16-01-1907 Afb. 70 Uit de Arnhemsche Courant van 07-02-1907
Afb. 73 Ansichtkaart van het Post Telegraaf en Afb. 76 Operatordesk achterzijde Telefoonkantoor +/- 1910 De operatordesk was een bureau voor de De apparatuur voor de telefooncentrale was chef(fin) van de telefoonzaal. al in 1906 / 1907 besteld bij de BTMC te Antwerpen. Met de recordingdesk kon worden Voor de levering werden er foto’s gemaakt meegeluisterd en er konden opnamen van de apparatuur, enkele foto’s zijn worden gemaakt van gesprekken. bewaard gebleven. Afb. 74 Telefoonposten Lokaal Batterij systeem Afb. 77 Recordingdesk Afb. 78 Telefoonposten Centraal Batterij systeem Afb. 75 Operator desk voorzijde
In plaatselijke Couranten werd uitgebreid Het begin van aandacht besteed aan deze moderne automatische telefonie? ontwikkeling. Afb. 79 Uitleg over het centraalbatterij systeem in 2 Afb. 82 Technisch tijdschrift 1916 edities van de PCNG van 11-03- en 17-03- 1908 In dit tijdschrift beschrijft G. Emmerik, Afb. 80 Een sfeerbeeld herkomst onbekend. Electrotechnisch ingenieur bij de Rijkstelegraaf, de situatie in Nijmegen voor Afb. 81 In de telefoonzaal Nijmegen abonnees in Bemmel, Weurt en Millingen. Bemmel en Weurt behoren dan tot het lokale net van Nijmegen, Millingen echter niet. Weurt heeft 4 abonnees en Bemmel 5. Deze zijn niet allen met een eigen lijn aan het kantoor in Nijmegen verbonden maar van uit Weurt één en Bemmel ook één lijn. Zij zijn verbonden door een centraalpost maar, die hebben geen bediening nodig want deze posten werken automatisch. Praktisch zou het onuitvoerbaar zijn om in deze plaatsen voor deze enkele abonnees een bediende te hebben om de aangeslotenen dag en nacht met Nijmegen te verbinden. Dat de 9 abonnees geen eigen lijn hebben kan er toe leiden dat de lijn met Nijmegen soms bezet is, omdat er geen druk telefoonverkeer is wordt dit niet als een nadeel gevoeld. In Millingen zijn 13 abonnees, die behoren niet tot het lokale net van Nijmegen. Zij zijn echter door een automatische centraalpost met Nijmegen verbonden, waardoor zij niet gebonden zijn aan de openingsuren van het kantoor in Millingen. We kunnen gerust stellen dat we hier te maken hadden met een begin van automatische telefonie! Dat is echter een onderwerp wat in een latere uitgave van Telefan magazine beschreven zal worden.
Fotogalerij Afb. 24 Stadhuis Nijmegen Omstreeks 1882 – 1890 hier zou het centraal kantoor komen Afb. 27 Plattegrond van de aanbouw stadhuis Nijmegen met het centraal Bureau en de dakstelling
Afb. 28 Tekening van de nieuwe aanbouw van het stadhuis Nijmegen +/- 1889
Afb. 29 Het torentje waarin de eerste Nijmeegse Telefooncentrale was gehuisvest.
Afb. 37 Telefoon van de firma Ribbink van Bork & Co. Exemplaar in de collectie van het Beeld en geluid Den Haag.
Afb. 42 De eerste telefoonnummers van Nijmegen
Afb. 48 Molenstraat +/- 1900 Afb. 49 St. Annastraat +/- 1902
Afb. 58 Verschillende typen telefoontoestellen eind 19e / begin 20e eeuw, Uit het boek Zwakstroomtechniek van de Technische Hogeschool in Delft, 1904
Afb. 60 advertentie uit 1896, Lokaal batterij toestel
Afb. 75 Postkantoor , Telegraaf- en Telefoon-centrale geopend in 1908 Afb. 81 Artikel uit 1908
Afb. 76 Operator desk voorzijde Afb. 77 Operatordesk achterzijde
Afb. 78 Recordingdesk Afb. 81 Telefoonzaal in Nijmegen met de links op de voorgrond de Operator desk.
Afb. 75 Handbediende centrale bij het type Lokaal batterij Afb. 79 Hand bediende centrale van het type Centraal batterij
Afb. 74 Postkantoor , Telegraaf- en Telefoon-centrale geopend in 1908 Afb. 81 Artikel uit 1908
Afb. 73-a 1908 Plattegrond van Nijmegen Noord oostelijk deel Afb. 73-b 1908 Plattegrond van Nijmegen Noord oostelijk deel (Detail)
Verantwoording. Gebruikte documenten: De afbeeldingen met de Nrs. 19, 22, 24 t/m29, 33, 34, 36, 38, 39 ,41 t/m45 ,47 t/m 49, 52, 64, 68 t/m 70, 72, 73 a+b en 80 Zijn afkomstig uit het Regionaal Archief Nijmegen. De afbeeldingen met de Nrs. 1, 2, 4 t/m 10, 18 ,20, 21, 23, 30 t/m 32, 35, 40, 46, 50, 51, 53 t/m 55, 57 t/m 61 b, 63, 65, 66a+b, 67 en 71 Zijn afkomstig uit Delpher Afb. 11 t/m 17 zijn afkomstig uit Wikipedia Afb. 37 is afkomstig van Beeld en Geluid den Haag Afb. 75 t/m 79 zijn afkomstig uit het archief van Teles, Telecommunicatie erfgoed stichting, Den Haag Geraadpleegde literatuur: Het Orgaan de vereeniging van Electrotechnische Ambtenaren der Telegrafie.
Search
Read the Text Version
- 1 - 36
Pages: