Marketing & Sales voor de horeca – Deel 2Antwoordmodel controlevragen hoofdstuk 6
Marketing & Sales Horeca deel 2Hoofdstuk 6 | Antwoorden controlevragen 1 a Leg in je eigen woorden uit waar de ondernemer van een restaurant op moet letten bij het marketinginstrument prijs. Bij deze vraag zijn talloze antwoorden mogelijk. Het is ter beoordeling van de docent of het antwoord voldoet aan de eisen. b Noem tien belangrijke punten. Bij deze vraag zijn talloze antwoorden mogelijk. Het is ter beoordeling van de docent of het antwoord voldoet aan de eisen. De horecaondernemer kan bij de prijs rekening houden met bijvoorbeeld de volgende factoren: • Vergoeding voor product • Prijsstelling • Waardeoordeel van de gast • Bedrijfsformule • Niveau dienstverlening • Kostenniveau • Marketingdoelstelling • Concurrentie • Doelgroep • Brutowinst 2 Er zijn een aantal factoren die de prijs van een product beïnvloeden. Geef aan welke: a Bedrijfsformule. b Kwaliteitsniveau. c Kostenniveau. d Trendfactoren. e Brutowinst. f Doelgroep. g Concurrentie. h Sociale media. 3 De horecaondernemer moet op de een of andere manier zijn prijzen vaststellen. In de praktijk zien we drie uitgangspunten waarop de horecaondernemer zijn prijzen baseert. a Kostengeoriënteerde methode, concurrentiegeoriënteerde methode, vraaggeoriënteerde methode. b Concurrentiegeoriënteerde methoden, gastgerichte methode, werknemersgeoriënteerde methode. c Kostengeoriënteerde methode, margegeoriënteerde methode, doe-wat-je-wilt methode.
Marketing & Sales Horeca deel 24 Wat is de integrale kostprijs? a Een optelsom van alle kosten die aan een product toe te rekenen zijn b Een optelsom van alle kosten van het bedrijf c Een optelsom van de inkomsten van de gasten5 Geef voorbeelden bij de begrippen prijsrange, full line pricing, price lining en combinatieprijzen en psychologische prijzen. Bij deze vraag zijn talloze antwoorden mogelijk. Voorbeelden zijn: • Prijsrange: de prijzen van de wijn per fles liggen tussen de 15 en 25 euro in een bepaald restaurant. • Full line pricing: een horecaondernemer zal bewust een lagere winstmarge doorrekenen in de kaartprijs van menu’s dan in de kaartprijs van dranken. • Price lining: alle voorgerechten staan voor hetzelfde bedrag op de kaart. • Combinatieprijzen: een horecaondernemer die merkt dat er weinig dranken verkocht worden, kan dan een menu samenstellen waar dit product in opgenomen is. • Psychologische prijzen: de ondernemer vraag voor een gerecht € 14,90 in plaats van € 15,-.6 Prijsdiscriminatie is: a Het vragen van verschillende prijzen aan verschillende groepen gasten, zonder dat er sprake is van duidelijke kostenverschillen. b Het betalen van dezelfde prijzen aan verschillen leveranciers voor dezelfde producten. c Het vragen van verschillende prijzen aan verschillende typen mensen, bijvoorbeeld mensen met verschillende nationaliteiten.7 Wat is het verschil tussen prijsdiscriminatie en prijsdifferentiatie? a Prijsdiscriminatie is het vragen van verschillende prijzen aan verschillende groepen, zonder duidelijke kostenverschillen. Prijsdifferentiatie is het vragen van verschillende prijzen aan verschillende groepen omdat er kostenverschillen zijn. b Prijsdiscriminatie is het vragen van verschillende prijzen aan verschillende bevolkingsgroepen. Prijsdifferentiatie is het vragen van verschillende prijzen op basis van de leeftijd van de gast. c Prijsdiscriminatie is het vragen van verschillende prijzen aan verschillende groepen, omdat er kostenverschillen zijn. Prijsdifferentiatie is het vragen van verschillende prijzen aan verschillende groepen, zonder duidelijke kostenverschillen.
Marketing & Sales Horeca deel 28 Geef een voorbeeld waarbij een hotel prijsdiscriminatie toepast, gebaseerd op de factor marktsegment. Bij deze vraag zijn talloze antwoorden mogelijk, ter beoordeling van de docent. Een voorbeeld: Een groot hotel in Amsterdam rekent voor zakelijke gasten 90 euro per nacht voor een kamer en voor toeristen 60 euro.9 Geef een voorbeeld waarbij een hotel prijsdiscriminatie toepast, gebaseerd op de factor tijd. Bij deze vraag zijn talloze antwoorden mogelijk, ter beoordeling van de docent. Een voorbeeld: Een hotel heeft in de zomermaanden hogere prijzen dan in het laagseizoen, bijvoorbeeld april of oktober zodat in het laagseizoen door acties meer gasten worden getrokken.10 Geef voorbeelden bij de kortingen die gebruikelijk zijn in het handelsverkeer: kwantumkorting, prestatiekorting, betalingskorting, kredietbeperkingstoeslag. Bij deze vraag zijn talloze antwoorden mogelijk, ter beoordeling van de docent. Voorbeelden zijn: • Kwantumkorting: een restauranteigenaar geeft groepskorting voor een diner van een bedrijfsuitje op dinsdagavond. • Prestatiekorting: een hoteleigenaar geeft korting als medewerkers van een bepaald bedrijf minimaal een keer per maand komen overnachten. • Betalingskorting: een café-eigenaar geeft korting als iemand zijn/haar drankrekening binnen twee weken afbetaalt. • Kredietbeperkingstoeslag: een hoteleigenaar rekent 4% extra als een gast met creditcard betaalt.
Search
Read the Text Version
- 1 - 4
Pages: