a+285 Museumarchitectuur: vriend of vijand? 49 © Georg Riha → © Architekturzentrum Wien, Sammlung. Foto Margherita SpiluttiniTate Modern ↑ door Herzog Museum Abteiberg en de Meuron in Mönchengladbach (2000) werd het van Hans Hollein kroonjuweel van (1982) de belevings- economie van Londen. In de enorme Turbine Hall was het publiek zelf (deel van) het spektakel.
50 Het sluitstuk als a+285 nieuwe ontsluiting De schrik sloeg de deelnemers aan de Open Oproep EN Participants in the Open Call for an extension of voor een uitbreiding van het Designmuseum in Gent Design Museum Gent may have got a shock when wellicht om het hart toen ze de projectdefinitie on- they got to see the project definition. After all, der ogen kregen. Ze moesten immers niet alleen een they not only had to come up with an interface interface met de stad bedenken, maar ook de vele with the city, but also had to address the many pijnpunten in het bestaande amalgaam van gebouwen sore spots in the existing amalgam of buildings. oplossen. Voeg daarbij lastige stedenbouwkundige Add to this difficult urban-planning and logistic en logistieke randvoorwaarden, en het is haast een al preconditions, and it is almost a miracle that wonder dat twee ontwerpteams de opdracht tot een two design teams brought the assignment to a goed einde brachten. successful conclusion. Pieter T’Jonck ↓ Laureaat Carmody Laureaat Carmody Groarke/RE-ST/ Groarke/RE-ST/ Trans. Gevel Trans. Gevel binnentuin. straatzijde.
a+285 Open Oproep Design Museum, Gent 51 Het 18de-eeuwse Hotel De Coninck, een stadspaleis in tussen de stad en het bestaande museum. Zo wil de stad een rococostijl, vormt het hart van het huidige museum. Een community sense making museum of een third place creëren waar koetsgang in het corps de logis aan de Jan Breydelstraat ook een unserved audience zich welkom voelt. Die plek moet dan voert naar een binnentuin, met daarachter een imposant ook nog smart en future proof zijn. Aan buzzwords geen gebrek. koetshuis. Daarvan bleef enkel de gevel bewaard. Samen Vertaald in een programma gaat het om meer dan een met de schermgevels links en rechts van de binnentuin museumshop en een restaurant. Vereist zijn ook ruimtes schept die het beeld van een besloten, perfecte wereld, voor workshops, lezingen en debatten, productpresenta- ook al verhullen die schermgevels slechts passages tussen ties en een stedelijke ontvangstruimte. Het gebouw moet woonhuis en koetshuis. daarnaast een oplossing bieden voor de logistiek van laden In 1992 ontwierp architect Willy Verstraete achter de en lossen. Een publiekslift moet de toegankelijkheid, ook gevel van het koetshuis een nieuwe museumvleugel. Zijn van de bestaande gebouwen, verbeteren, maar dan zo dat grote, open plateaus en zwevende trappen vormen een sterk het betalende parcours van het museum, met ingang nog contrast met de ‘stijlkamers’ in het oude gebouw. Links steeds in Hotel De Coninck, gescheiden blijft van het vrij ervan vond de administratie van het museum onderdak in toegankelijke deel. Ten slotte moet de nieuwbouw autonoom Huis Leten, een 16de-eeuws ‘breedhuis’ dat uitgeeft op de kunnen functioneren. Dat alles op 360 m2. Drabstraat. Charles Vandenhove gaf de gevel ervan een op- De opdrachtgever besefte dan ook dat het gebouw de merkelijke make-over voor de stadstentoonstelling Chambres hoogte in moest, zij het met respect voor de historische d’amis (1986). Het kleine (360 m2) en zeer grillige perceel context. Een struikelsteen was dat enkele ramen van de naast dit huis ligt al jaren braak. Hier zou het sluitstuk huizen op de hoek van de Drabstraat en de Jan Breydelstraat moeten komen voor ‘Ding!’ of ‘Design in Gent!’. uitgeven op het terrein. Een lastige erfdienstbaarheid. Niet In de projectdefinitie staat zonder omwegen dat dit pro- verwonderlijk dat een zo complex programma, met dito ject niet gaat over ‘meer m2’. Het moet een interface vormen randvoorwaarden, erg verschillende antwoorden opleverde. →
52 Open Oproep Design Museum, Gent a+285 ↑ Vier kamers voor de ‘tussenmaat’ van OFFICE Kersten Geers David Van Severen. ← Een ‘rank torentje’ van BEL architecten en Inside Outsite Petra Blaisse. → De gestapelde toren van Monadnock, FELT en aNNo.
a+285 Open Oproep Design Museum, Gent 53 Rank torentje Bijzonder aan het ontwerp van Alan Baxter en Czvek Rigby is dan weer de constructieve benadering: een vernieu- bel Architecten kwam het meest fors uit de hoek. Het team wende en duurzame combinatie van (gelamelleerd) hout en bepaalde voor zijn ontwerp een klein vijfhoekig grondvlak beton. Net als het ontwerp van Monadnock, felt en anno naast Huis Leten. Dat liet bestelwagens nog net toe om via sluit het echter de hele straatwand af. Als plan overtuigt het een steile helling de kelder te bereiken. Dat loste niet enkel evenmin: de gevraagde lokalen zijn er, maar ze sluiten slecht het logistieke probleem op, maar vrijwaarde ook lichten en op elkaar en op de bestaande bebouwing aan. zichten van de hoekhuizen. Het gevolg was wel dat de ont- Vergeleken bij deze ontwerpen is het voorstel van office werpers radicaal de hoogte in moesten om plaats te bieden Kersten Geers David Van Severen het toppunt van beheer- aan de rest van het programma. Dat resulteerde in een sing. Het uitgangspunt van Geers en Van Severen is dat er ‘rank torentje’, dat een pak hoger was dan wat de stad voor tussen de grote, slecht gedefinieerde ruimtes van de vleugel ogen had. Bovendien hingen ze tegen de oostgevel ervan een uit 1992 en de relatief kleine kamers van Hotel De Coninck duizelingwekkende trapconstructie, die eindigde op een een ‘tussenmaat’ nodig is. Die geven ze gestalte in een reeks uitkijkpunt. Spectaculair, zeker, maar zo wild gesticuleren van vier kamers, telkens met een andere maat en vorm. Het hoefde misschien ook weer niet? ontwerp stapelt die pal naast Huis Leten op elkaar. Ze ko- Ook Monadnock, felt en anno hadden het best moei- men niet erg hoog boven de nok van het huis uit, en koppelen lijk met de juiste inpassing van hun ontwerp, zij het om zo een sterk beeld aan een volume dat zich bescheiden en andere redenen. Het ontwerp berust op een heldere parti precies inpast in de straat. pris: de kroonlijst van Huis Leten verbinden met die van Dat is niet alles. De kamers worden verticaal van elkaar het hoekhuis. De brede gevel die zo ontstaat krijgt een gescheiden door een zware betonplaat. Die heeft op elke etage opmerkelijke ‘smoel’: een zigzaggend vlak van keramisch dezelfde vorm, bepaald door de rooilijn van de Drabstraat, materiaal en glas over drie etages. De analogie met Fer- de schermgevel van de tuin en de tuinmuur van de hoekhui- nand Brunfauts Uitgeverij Het Licht in de Sint-Pieter- zen. Zo ontstaan op elke etage andere ‘restruimtes’ rondom snieuwstraat zou allicht geen Gentenaar ontgaan. Boven de kamers. Ze worden telkens slim ingezet. Op straatniveau het dak staan echter nog drie vijfhoekige, per etage te- ontstaat naast een kamer met een grondplan in de vorm van rugwijkende dozen om alle nodige ruimte te bieden. Een een parallellogram een driehoekig sas dat bijna kwansuis een uitgekiende detaillering geeft ze een lichte en sprookjes- doorgang naar de tuin en een nieuwe draaitrap biedt, maar achtige aanblik. ook een klein parkeerveldje voor bestelwagens afbakent. Op Het ziet er prachtig uit, maar de gebreken van het ontwerp de etages ontstaan rond de kamers balkons die het gevelbeeld zijn talrijk. De hofjes van de hoekhuizen hebben nauwelijks verlevendigen en toelaten om objecten buiten uit te stallen. nog licht of zicht. Een rommelig plan ondergraaft de relatie De achillespees van het ontwerp zit echter in de logistiek tussen de gevel en de ‘stadsruimte’ erachter. Die rommelig- van deze kamers. Achter de koetsgang van Huis Leten voor- heid treft ook de verbinding met de rest van het museum. ziet het ontwerp een buitenmaatse goederenlift, die loopt → Alles werd ingezet op de buitenkant.
54 Open Oproep Design Museum, Gent a+285 van de kelder tot de derde etage. Dat degradeert de doorrit op de vierde etage, maar op de eerste, boven de ingang, en de corresponderende zone op de etages tot de backstage en kijken ze er met brede ramen op uit. Ook hier wordt van de kamers. Functioneel klopt dit als een bus, maar wel Huis Leten ingepalmd en verdwijnt de administratie er. ten koste van het publieke karakter van Huis Leten. De Die verhuist naar de tweede etage van zowel Huis Leten bijzondere sfeer van de doorrit en de opstap naar de woning als Hotel De Coninck. Ook de ondergebruikte zolder van worden opgezogen in de back-office van het museum. beide gebouwen palmen de ontwerpers daarvoor in. Het team ontdekte namelijk een oude bouwaanvraag uit 1754 Museum in de breedte die dakkapellen voorzag in het dak van Hotel De Coninck, Ondanks alle verschillen hebben deze ontwerpen echter en gebruikte die als vrijbrief om dat ook werkelijk te doen. één ding gemeen: ze behouden allemaal de indeling van de Die herschikking van het programma is als het ei van Co- bestaande gebouwen, met Huis Leten als administratief ge- lumbus. Plots krijgt Huis Leten een volwaardige publieke rol bouw. De verdienste van het voorstel van Carmody Groarke, en ontstaat een overschot aan ruimte. Dat maakt een breed re-st en trans zit in het feit dat de ontwerpers, onder het en hoog volume aan de Drabstraat overbodig. Het nieuwe motto ‘Museum in de breedte’, de volledige museumorga- gebouw respecteert in de breedte royale marges tegenover nisatie onder de loep namen. zowel Huis Leten als de hoekhuizen. In de hoogte overstijgt Ze nemen Huis Leten bijvoorbeeld volledig op in de het nauwelijks de nok van Huis Leten. De smalle kop van werking van het nieuwe gebouw. De koetsgang krijgt een dit volume herbergt een grote expozaal met een balkon naar volwaardige publieke rol als doorsteek naar de vleugel uit de straat en een groot raam naar de tuin, en daarboven een 1992. Daar kruist deze route die van de koetsgang van Hotel ‘loft’ met verbluffende zichten in alle richtingen. De Coninck naar diezelfde vleugel. De centrale ticketbalie Die contextgevoeligheid heeft ook een nadeel: de vorm- krijgt daar een plaats. De rest van de begane grond van geving van het nieuwe gebouw, zoals het dakenspel van de Huis Leten en de achterliggende binnenplaats worden in dit ‘loft’ of de inplanting van de gevelopeningen, doen wat ontwerp herbestemd als café en restaurant. De nieuwbouw willekeurig aan, als de resultante van alle randvoorwaarden. aan de Drabstraat laat zo royaal veel plaats voor een grote Het gevelmateriaal, een bleke baksteen, steekt zwak af tegen hal, die als vanzelf aansluit op de circulatie rond de tuin, de strakke, geraffineerde pleisterwanden van de buurgebou- zonder de hoekhuizen te bezwaren. Een deel ervan kan wen. Ook in het interieur ging de aandacht vooral naar een tijdelijk afgesloten worden voor laden en lossen, maar de rationele, zeer flexibele technische opbouw, minder naar de hele ruimte kan zich met royale glaswanden ook naar de expressie. Daar is zeker nog ruimte voor verbetering. Maar straat openen bij evenementen. als tool voor een nieuw soort designmuseum is dit ontwerp Om de werking van het gebouw maximaal te betrekken zonder twijfel de beste keuze. op de straat liggen de workshopruimtes in dit ontwerp niet In samenwerking met → Een vernieuwende en duurzame combinatie van gelamelleerd hout en beton van Alan Baxter, Czvek Rigby en Assemble Studio.
SMART SOLUTIONS OP ALLE NIVEAUS RECTOSTEN® DECOR RECTOLIGHT® RECTOSTEN® COFFRANT DE ISOLERENDE VLOER DE VERDIEPINGSVLOER DE ISOLERENDE VLOER MET ESTHETISCHE ONDERKANT VOOR PLAT DAK + THERMISCHE ONDERBREKERS Umax = 0.30 W/m²K Umax = 1.11 W/m²K PERISTEN® voor binnenisolatie RECTOPLAST RECTOSTEN® 23 DE VLOER BOVEN KRUIPRUIMTE DE ISOLERENDE VLOER BOVEN KRUIPDKELDER NIET-ISOLEREND Umax = 0.23 W/m²K WIJ DRAGEN UW PROJECT KORATON NV visserskaai 26 – Kortrijk 8500 tel. 056-23.07.11 [email protected] www.rector.be
56 a+285
a+285 Een blik op het verleden 57 en de toekomst fvww realiseerde in samenwerking met Callebaut EN Working in collaboration with Callebaut archi- architecten de renovatie en herbestemming van een tecten, FVWW carried out the renovation and vleugel van de Lakenhallen in Ieper. Deze herbergt conversion of a wing of the Cloth Hall in Ypres. het nieuwe stadsmuseum, met evenementruimtes This wing now houses the new city museum, with op de benedenverdieping. De ingrepen zorgen voor event rooms on the ground floor. The interven- een toekomstgerichte interne logica en weerspiege- tions provide a future-oriented internal logic and len bovendien de turbulente geschiedenis van zowel reflect the turbulent history of both the building gebouw als stad. and the city. Gitte Van den Bergh – Foto’s Stijn Bollaert ← ↓ De opengelegde De nieuwe inkomhal betonnen structuur van het dak weerspiegelt het verleden en eigen karakter van de vleugel.
58 FVWW a+285 De Lakenhallen, beschermd Unesco-erfgoed, vormt het mers het driejaarlijkse trefpunt voor een heuse kattenstoet. grootste burgerlijke neogotische gebouw in Europa. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ging het gebouw volledig in rook Hoewel er buiten aan het museum amper ingrepen zichtbaar op om daarna in meerdere fases uit zijn as te herrijzen. De vleugel van het stadsmuseum is pas na de Tweede We- zijn – met uitzondering van de vernieuwde dakbedekking – reldoorlog uitgevoerd in betonskelet, in tegenstelling tot de eerder gerealiseerde zones in hout. De architecten van is er binnenin heel wat gewijzigd. fvww namen de historische ontwikkeling mee in het ont- werp en legden in elke ruimte het betonnen karkas bloot, Functioneel kozen de architecten voor een logischere dat voordien verstopt zat achter een valse houten structuur. De hallen vormen vandaag één groot complex, met onder positionering van de conferentiezaal en educatieruimte op andere het In Flanders Fields Museum en de toeristische dienst. Het nieuwe stadsmuseum vervolledigt dit rijtje, en de benedenverdieping. De aansluiting bij de vernieuwde vertelt over de geschiedenis van Ieper als handelsstad, maar ook over haar verdere toekomst als ‘kattenstad’. Ieper is im- binnenkoer en publieke doorsteek maakt ook deelgebruik binnen het complex mogelijk. Zowel de functie als de flexi- bele indeling bevordert de levendigheid van de plint. Voor de bruikbaarheid van de evenementruimtes was een nieuwe toegang noodzakelijk vanuit de inkomhal. Samen met Cal- lebaut architecten, die instonden voor de restauratiewerken, werden zulke ingrepen nauwgezet gedetailleerd met behoud van de erfgoedwaarde. → → In lijn met de gebouwlogica voegde FVWW twee trappenhuizen toe, die behalve circulatie ook de nood aan technische voorzieningen binnen het volume oplossen.
a+285 Yper Museum, Ieper 59 ← Welgekozen doorzichten vanuit de trappenhuizen naar de museumzalen bevorderen de oriëntatie, en zetten onderweg historische elementen in de verf.
60 FVWW, Yper Museum, Ieper a+285 De museumzalen strekken zich uit over twee verdiepin- met vlak gevoegde bakstenen, straatlantaarns en granito gen. Onder het dak is de tussenvloer uitgebroken – uitvoe- vloeren. Het zachte contrast met de bestaande ruimtes ringstechnisch een complexe procedure – met als resultaat maakt dat de trappenhuizen aanvoelen als een rustpunt. een flexibel in te richten tentoonstellingsruimte. Ook hier Het ene trappenhuis staat loodrecht op de gevel, het andere weerspiegelt de opengelegde betonnen cassettestructuur verloopt parallel. Welgekozen doorzichten van en naar de van het dak het verleden en eigen karakter van de vleugel. museumzalen bevorderen de oriëntatie, en zetten onder- In lijn met de gebouwlogica voegde fvww twee trap- weg historische elementen zoals de gevelluiken in de verf. penhuizen toe, die behalve circulatie ook de nood aan Door het toevoegen van zulke ‘kijkmomenten’ verhogen de technische voorzieningen binnen het volume oplossen. architecten de belevingswaarde van het museum, en maken De kernen zijn ingericht als stedelijk interieur, afgewerkt passage en gebouw integraal deel uit van het verhaal. Section Aa 1m 5m 10m A 45 AA' 9 6 a 3 7 2 Floor 0 8 1 1 entrance 3 exhibition 5 sanitary facilities 7 courtyard 2 reception hallway 4 learning space 6 conference 8 Grote Markt 02 5 10m room 9 Donk1mer Po5mort 10m Architect Restoration architect Client Completion FVWW Callebaut architecten City of Ypres June 2019 Frederic Vandoninck Wouter Willems Programme Lead contractor Total floor area architecten Museum about the Desodt 2,520 m² Website history of Ypres with bouwonderneming entrance and ticketing Monument Budget fvww.be area, museum spaces, Vandekerckhove educational space and € 1,710,000 Official project name conference hall Structural engineering (excl. VAT and fees) Yper Museum Procedure LIME Product / Supplier Location Competition Services engineering Stone (granito floor tiles) Ypres, Belgium AA&O
Gyproc® BIM plug-in Vind eenvoudig het juiste wand- of plafondsysteem voor jouw BIM-model Regelgeving Tijdswinst LOD niveaus Steeds up-to-date Vind snel en Stel zelf het eenvoudig het systemen die juiste systeem Level Of voldoen aan de Detail in Bouwcheck regelgeving Check of gekozen systemen ook e ectief toegepast kunnen worden Download de Gyproc® BIM plug-in nu via discover.gyproc.be/bim-plug-in
62 a+285 Museum als outsider 0 5 T3 Het is net als bij het piepkleine korreltje in een oester EN Like a tiny particle in an oyster that slowly covers dat langzaam met een laag parelmoer wordt bedekt itself with layers of mother-of-pearl to ultimately en uiteindelijk een parel vormt. De wedstrijd voor become a pearl, it took many years for the project de uitbreiding van het mad Museum – tegenwoordig to cover itself with its final layer of translucent Trinkhall Museum – in het Parc d’Avroy in Luik werd and opalescent polycarbonate panels. It is in 2008 in 2008 al gewonnen door Aloys Beguin en Brigitte that Aloys Beguin and Brigitte Massart won the Massart. Het inkapselen van het modernistische pa- competition for the extension of the former MAD viljoen dat architect Maurice Chalant in 1963 bouwde (Musée des arts différenciés), now the Trinkhall, en de speelse sfeer van de sixties oproept, vormde in the heart of the Avroy Park in Liège. Their de eerste fase van een jarenlange metamorfose. Een design enveloped the former modernist pavilion laatste laag doorschijnendTN:-62,4cm/000 polycarbonaat ma akte de built in 1963 by the architect Maurice Chalant, a Alt : 63,01M make-over onlangs compleet. playful evocation of the 1960s. This was the first stage of a long metamorphosis. Guillaume Vanneste – Foto’s Alain Janssens 05 Section Aa
a+285 Beguin-Massart, mad Trinkhall, Luik 63 In het eerste decennium van de jaren 2000 verrijzen in Luik enige die is opengewerkt. De andere gevels hebben slechts enkele architectuurprojecten die zich lijken te inspireren op een exotische dierenverzameling. Toen werd ook de recent hier en daar een raamopening; alleen het lichtdoorlatend gerealiseerde Trinkhall ontworpen, een mysterieus object dat hopelijk binnenkort eindelijk ingehuldigd kan worden. materiaal van de gevelbekleding zorgt enigszins voor een Het bouwproces duurde ontzettend lang, niet alleen door een hoop financieringsproblemen en een gecompliceerde binnen-buitenrelatie. werf, maar ook door hevige discussies in de wedstrijdfase over hoe om te gaan met modern erfgoed. Een stalen roosterstructuur met een lengte van 21 meter Het programma eiste dat het bouwvolume aanzienlijk werd opgepompt. Het oude paviljoentje integreerde men in overspant het bestaande paviljoen. In een brede corridor het grotere nieuwe gebouw om toch het basisconcept van een vrijstaand, paviljoen in een park – een folly – te kunnen die het oude met het nieuwe deel verbindt, werd de verticale behouden. Vanaf grote afstand zou je de contouren van het Crystal Palace kunnen ontwaren, dat lijkt op de voormali- circulatie geïntegreerd. Op de begane grond is er, naast het ge negentiende-eeuwse Trink Hall – een paviljoen dat ooit voor leven zorgde in het park en de voorganger was van het onthaal en een documentatiecentrum, een zaal voor tijdelijke gebouwtje uit de jaren 1960. De kop van het gebouw lijkt zich op te richten naar het tentoonstellingen. Op de eerste verdieping bevindt zich de wandelpad langs de Boulevard d’Avroy. Daardoor kan de toegang gecreëerd worden onder de paddenstoelkolom, die grote tentoonstellingsruimte, die dankzij de stalen structuur gelijkenissen vertoont met de nabijgelegen muziekkiosk van Joseph Moutschen uit 1938. Of refereert de karakteristieke achter de transparante vliesgevel een open plan heeft. De structuur eerder aan de bomen rond de vijver in het park? Aan deze zijde, tussen muziekkiosk en nieuwbouw, ligt het zaal is uitgerust met een flexibel ophangsysteem. Het oude terras van het mad-café, integraal onderdeel van het project. Het geeft direct uit op het park. De gevel aan het café is de dakterras van het bestaande paviljoen is een zaal geworden voor de vaste museumcollectie. Boven de inkompartij is er nog een afgezonderde exporuimte (‘salle champignon’). En er is een ‘black box’ voor het tentoonstellen van de meest fragiele kunstwerken. Alles is wit en transparant, hier en daar zie je een element in hout. Het is een rustige constellatie, waarin de raamopeningen delen van het park kaderen, als levende schilderijen die naast de kunstwerken hangen. Mee aan de basis van het mad ligt de organisatie Créahm (Créativité et handicap mental). De werking van het mu- seum staat los van rigide paradigma’s in de kunstwereld. Het mad wil in eerste instantie een plek zijn die het grote publiek laat kennismaken met het werk van kunstenaars met een verstandelijke beperking. → ← Een stalen roosterstructuur met een lengte van 21 meter overspant het bestaande paviljoen. In een brede corridor die het oude met het nieuwe deel verbindt, werd de verticale circulatie geïntegreerd.
64 Beguin-Massart, mad Trinkhall, Luik a+285 Het nieuwe Trinkhall Museum gebruikt hiervoor liever een waardige plek. Misschien is het wel juist omdat het hele de benaming ‘outsiderkunst’. De focus ligt dus niet op wat proces zo lang duurde, dat het museum stijlen en tendenzen de kunstenaars anders maakt, maar op de manier waarop aan zich voorbij kon laten gaan, en gaandeweg hindernissen hun werk tot stand komt, op de verhouding tussen individu en omwegen wist om te vormen tot een uitdaging om zijn en omgeving. Precies die verhouding is waar de werking van eigenheid te vinden. Het mad ademt ondertussen weer de ‘Grand Créahm’ – dat museum, brasserie, dagcentrum en geest van de voormalige negentiende-eeuwse Trink Hall. De creatieve ateliers omvat – om draait. huidige pandemie veroorzaakte echter een laatste vertra- Na leegstand en verloedering van het paviljoen, en na ging: de inhuldiging die in maart was voorzien, is uitgesteld talloze omzwervingen van de collectie, krijgt de outsider- tot het najaar. kunst met deze sober ingerichte museumruimtes eindelijk 4 5 7 6 3 FT 37D/S-71MR1E5 13 12 11 10 9 8 7 6 85 4 3 2 1 2 a A 1 Floor 0 1 entrance 3 temporary 4 documentation 6 kitchen 012 5m 2 museum exhibition hall centre 7 sanitary reception 5 café / reNstaurant facilities 0 5 OE S Architect Programme Client Completion Aloys Beguin – Art museum with City of Liège June 2020 Brigitte Massart permanent and temporary exhibition Lead contractor Total floor area Website spaces, reception and bookshop, documenta- Wust 2,109 m² beguin-massart.be tion centre, educational workshop, offices, Structural engineering Budget Official project name art depot, café and services Bureau d’études € 2,310,000 Renovation and Greisch (excl. VAT and fees) extension of TrinkHall Procedure Services engineering Product / Supplier Location Public contract, public tender with negotiated Bureau d’études Velux (roof windows) Parc d’Avroy, Liège, procedure Greisch Belgium Sustainability Bureau d’études Greisch
Samenwerken aan duurzame schoonheid Echte schoonheid laat je liever niet los. Daarom draaien jouw projecten niet alleen om esthetiek, maar ook om duurzaamheid. Alleen zo kunnen je klanten een leven lang genieten van jouw realisaties. Samen met Reynaers Aluminium geef je je projecten die tijdloze kracht. Onze hoogkwalitatieve toepassingen in aluminium inspireren je op talloze manieren en doorstaan moeiteloos de tand des tijds. Zodat jouw creaties gelijkstaan aan blijvend woonplezier. Together for better
66 a+285
a+285 Minimuseum tussen 67 woongebouwen In 2019 opende de nieuwe kunstgalerie van Tim Van EN In 2019 Tim Van Laere opened a new art gallery Laere op het mondaine Nieuw Zuid in Antwerpen. in Antwerp’s trendy Nieuw Zuid district. OFFICE office Kersten Geers David Van Severen ontwierp Kersten Geers David Van Severen designed a een minimuseum dat de white cube herinterpreteert mini museum that revisits the white cube while en dat stedelijkheid creëert. creating a sense of urbanity. Christophe Van Gerrewey – Foto’s Bas Princen Het ontwerp van OFFICE Kersten Geers David Van Severen transformeert het plein, met een minimuseum omgeven door woongebouwen, in een plek waar meer dan enkel buurtbewoners iets te zoeken hebben. ← Het principe van de white cube wordt laconiek, zonder polemische retoriek, in ere hersteld: ruim, duidelijk, herkenbaar, en van bovenaf belicht.
68 office, Tim Van Laere Gallery, Antwerpen a+285 Nieuw Zuid, het gebied tussen het Antwerpse gerechtsge- werd de nieuwe vestiging van Tim Van Laere Gallery gerea- bouw, de inrit van de Kennedytunnel en de Schelde, is on- liseerd, vaste stek van kunstenaars als Kati Heck, Jonathan derwerp geweest van verschillende plannen. In 1990 maakte Meese en Rinus Van de Velde. Toyo Ito een project voor dit voormalige rangeerterrein op Het alleenstaande volume van de galerie is, vooraleer de vraag van de vzw Stad aan de Stroom, dat echter geen inte- toekomstige scholen op Nieuw Zuid openen, het belang- resse opwekte van de stad of van privékapitaal. Een project rijkste semipublieke gebouw, want andere galeries of cafés van Jo Crepain uit 2001, gemaakt voor de nmbs, mikte op bevinden zich op de benedenverdieping van appartements- een erg hoge densiteit, vooral aan kantoren. In 2010 verwierf gebouwen, zonder een plein dat hen nadruk geeft. Het ont- een ontwikkelaar een groot deel van de grond, en werd met werp van office Kersten Geers David Van Severen maakt stadsbouwmeester Kristiaan Borret een wedstrijd georga- daarvan gretig gebruik – of transformeert het plein, met een niseerd, gewonnen door Secchi Viganò. minimuseum omgeven door woongebouwen, in een plek Het masterplan dat de komende jaren wordt uitgevoerd, waar meer dan enkel buurtbewoners iets te zoeken hebben. herneemt de oriëntatie loodrecht op de Schelde uit Ito’s Vijf betonnen volumes staan in één lijn naast elkaar – een project, maar vervangt de heldere repetitie van diens plan stockageruimte, kantoren, een lage tentoonstellingsplek, door variatie aan hoogte, gebouwgrootte en typologie, een smallere, hoge kamer, en een patio. Gevelopeningen, maar ook aan architecten. De vele woongebouwen worden met witte luiken die eenmaal gesloten roze blijken, verbin- ontsloten door striga, een moeilijk te definiëren neologisme. den binnen met buiten. Het principe van de white cube wordt In het dagelijks gebruik lijken deze straten-die-geen-stra- laconiek, zonder polemische retoriek, in ere hersteld. Om ten-mogen-heten op logistieke, brede stegen, voor laden en kunst te tonen heb je, zoals voor alle andere menselijke lossen bijvoorbeeld, voor taxi’s, of voor bewoners die een bezigheden, ruimte nodig – ruim, duidelijk, herkenbaar, ommetje maken – parkeren gebeurt ondergronds. Publiek en van bovenaf belicht. Het resultaat is een gebouw dat zijn deze striga enkel in principe. Er komt daarom grote stedelijkheid creëert, niet op een traditionele manier, maar druk te liggen op de ene belangrijke dwarsstraat. Het is zoals dat in principe langs een snelweg zou kunnen. Op het langs de Jos Smolderenstraat, genoemd naar de Antwerpse dak van de stockageruimte worden concerten gehouden, en tegenhanger van Hendrik Petrus Berlage, dat het semipu- Tim Van Laere toonde op Instagram hoe hij geregeld op z’n blieke programma is geconcentreerd. Langs een verhard dooie eentje tennis speelt tegen de blinde gevel. Misschien plein staat een woongebouw van Kempe Thill (waarin ook bieden zich binnenkort buren of voorbijgangers aan om een het kantoor van de projectontwikkelaar), aan de overkant toernooitje te houden. Section 0 0,5 2M Floor 0 01 5m Architect Programme Structural engineering Total floor area OFFICE Kersten Geers Art gallery ARC Multiprofessionele 810 m² David Van Severen Ingenieurs Procedure Johan Van Schepdael Budget Official project name Private commission Services engineering € 1,800,000 Tim Van Laere Gallery (excl. VAT and fees) Client HPE Henk Pijpaert Engineers Location Product / Supplier Tim Van Laere Gallery Completion Antwerp, Belgium Erco (lighting) Lead contractor April 2019 Interbuild
70 a+285 Het museum voorbij Twee jaar na de architectuurwedstrijd voor de her- EN Two years after the architectural competition bestemming van de vroegere Citroëngarage tot een for the redevelopment of the former Citroën nieuwe cultuurpool voor de stad Brussel, maakt win- garage into a new cultural hub for the city of nende architect Stephen Bates de balans op. Hoe is Brussels, winning architect Stephen Bates takes het wedstrijdontwerp van kanal-Centre Pompidou stock. How has the competition design of KANAL geëvolueerd, hoe verlopen de werkzaamheden, en Centre Pompidou evolved, how is the works hoe zal het museum er na Covid-19 uitzien? progressing, and what will the museum look like Stephen Bates – Foto’s Kim Zwarts after Covid-19?
a+285 noa – em2n – Sergison Bates, kanal-Centre Pompidou, Brussel 71 Zodra privékunstverzamelingen werden opengesteld voor gezet om op een andere manier na te denken over de relatie het publiek, begonnen musea zich te heroriënteren en her- tussen kunst en maatschappij. definiëren. Vanaf dan bedacht men er voortdurend nieuwe We gingen aan de slag met een soort radicaal optimisme concepten en invullingen voor. Dit heeft ertoe geleid dat de en kozen ervoor om ons fundamenteel open te stellen voor missie van het museum alsmaar ruimer werd geïnterpreteerd, het potentieel van de plek en het bestaande gebouw. We zodat het ook sociale en culturele waarden kon uitdragen. vertrouwden resoluut op wat al aanwezig was. En dit heeft Het resulteerde in een zoektocht naar een nieuwe definiëring voorts elke beslissing tijdens het ontwerpproces bepaald van de rol van het museum. Het museum kreeg een enorme – van de globale aanpak tot het kleinste detail, van het symboolwaarde voor een stad, en moest die vaak op de we- procesbeheer tot de materiaalkeuze. We wilden zo weinig reldkaart zetten. Het stimuleert investeringen en zwengelt mogelijk raken aan de structuur van het gebouw, om de stedelijke vernieuwing aan. Het speelt tegenwoordig ook een prachtige, oude Citroën-garage met een nieuwe invulling ontzettend belangrijke rol in de geglobaliseerde kunstwereld: terug te geven aan de stad. het museum biedt kunstenaars een steeds breder wordend We beeldden ons in dat dit enorme industriële gebouw, platform en reikt steeds vaker tot buiten de eigen landsgrens zo groot als een bouwblok, als agora gebruikt zou worden; en voorbij het traditionele doelpubliek. een publiek plein, een gemeenschappelijke ruimte waarin De meest recente uitdaging was de impact van de co- mensen elkaar ontmoeten, even stilstaan en naar kunst kij- ronapandemie. Musea overal ter wereld sloten; hun kwets- ken, of een geplande voorstelling of spontane performance baarheid kwam duidelijk aan de oppervlakte. Het is in meepikken. We stelden ons een publiek gebouw voor, waar- deze context waarin alles in vraag wordt gesteld en op losse in een aantal culturele organisaties integraal deel uitmaken schroeven staat dat Atelier kanal – een tijdelijke vereniging van het huis. Ze zouden mee de beleving van het gebouw van noa, em2n en Sergison Bates – de ooit grootste autofa- bepalen, kunstproductie en kunstconsumptie zouden nauw briek van Europa in Brussel transformeert tot kanal-Cen- met elkaar verweven zijn. We zagen het gebouw eerder als tre Pompidou. een podium dan als een museum: ‘Een Podium voor Brus- Van bij het begin betekende de samenwerking tussen de sel’. De ruimte onder het vederlichte filigraandak van staal drie architectenbureaus een breuk met de normale gang en glas moest het straffe kader worden waarin en waarmee van zaken waarbij een sterarchitect dergelijk representatief kunstenaars en curatoren aan de slag gingen. Kunstenaars gebouw ontwerpt. Het ontwerperscollectief werd bovendien zouden er aan het werk zijn in hun atelier in het gebouw. Het verder uitgebreid met een diverse groep internationale cu- publiek zou hen tijdens het creatieproces kunnen zien. De ratoren en kunstenaars (Anna Viebrock, Peter Cachola grens tussen afgewerkt kunstwerk, maakproces en perfor- Schmal, Anne Pontégnie en Lucy McKenzie). Dat leverde mance zou vervagen; de betrokkenheid tussen kunstenaar sterk uiteenlopende meningen op, wat ons ertoe heeft aan- en publiek zou daardoor groot zijn. In plaats van een gebouw →
72 noa – em2n – Sergison Bates a+285 te creëren voor internationale kunsttentoonstellingen, wil- ven. Maar de resultaten van een onderzoek wezen uit dat de den we de Citroën-garage eerst en vooral teruggeven aan de meeste geverfde oppervlakken zeer giftig lood en chroom(- bewoners van de stad. vi)oxide bevatten. Aangezien grote delen van de structuur Negentiende-eeuwse musea – zoals het Victoria and Albert met brandvertragende verf moesten worden beschermd, Museum en The Royal Academy of Arts in Londen – kregen konden we niet anders dan dat idee te laten varen. een prominente plaats in de stad, als bewakers en symbolen Uiteindelijk zullen we alles overschilderen, maar wel op van het nationale, culturele erfgoed. Lang voor ze begonnen de manier waarop het ook toen werd gedaan, met andere te dienen voor wereldwijde citymarketing, hadden ze al een woorden, helemaal niet zo nauwkeurig en precies. Zonder plekje in het hart van de lokale bevolking veroverd. mooie tape-aflijningen, soms met de borstel aangebracht, Musea zoals het Guggenheim van Gehry in Bilbao, het dan weer gespoten, inclusief druipvlekken en onscherpe Centre Pompidou van Piano en Rogers in Parijs en het Tate randen. Precies zo aangebracht voor de automecanicien Modern van Herzog & de Meuron in Londen keerden die om zich wegwijs te kunnen maken in de werkplaats. Ook de strategie juist om: in plaats van hun reputatie op te bouwen keramische snelbouwstenen, de metalen platen en de schei- door hun specifieke locatie in de stad, fungeerden zij zelf dingswanden in de nieuwbouw zullen we zo verven. Om op als katalysator voor de opwaardering van verwaarloosde hun beurt overschilderd te kunnen worden door curatoren stadswijken. Ook kanal, strategisch gelegen aan het Kanaal en kunstenaars. In de geest van het oorspronkelijke gebouw Charleroi-Brussel, zou een cruciale rol kunnen spelen in het en in de loop van de tijd zal men dus altijd weer nieuwe lagen verbinden van Molenbeek met het stadscentrum en in de ont- patina kunnen toevoegen. wikkeling van het Kanaalplan van het Brussels Hoofdstedelijk In onze wedstrijdbundel hebben we een citaat opgenomen Gewest. Van meet af aan was het creëren van verbindingen die van Chris Dercon, voormalig museumdirecteur van onder een stedelijke en economische heropleving van een probleem- andere Tate Modern, over de toekomst van het museum. In wijk in gang kunnen zetten, minstens even belangrijk als het het magazine Tate Etc, najaar van 2015, stelde hij: “A new type realiseren van een hedendaags state-of-the-artkunstmuseum. We stelden ons open en ontvankelijk op voor de plek en of public space, one for social play and innovation, facilitating new het gebouw zelf, met alle sporen en littekens van een vorig leven. We begonnen elk detail van de bestaande structuur in forms of art, creativity and thinking, where people will look at and kaart te brengen, ook de verschillende lagen verf en stof, en de schade aangericht door het gebruik door de jaren heen. interact with art as well as with each other. Learning will become an Eerst hoopten we nog dat we de structuur gewoon konden artistic activity in itself.” Het sesc Pompeia in Sao Paulo van afborstelen en de sporen uit het verleden zouden kunnen Lina Bo Bardi toonde ons hoe we de lokale bevolking zou- bewaren die het gebouw zo’n prachtige patine hadden gege- den kunnen betrekken bij het project. Bo Bardi sprak niet van een ‘cultuurcentrum’, omdat ze zich erg bewust was van de beladenheid van de term ‘cultuur’. Alsof je ‘cultuur’ van bovenhand kunt opleggen. Dat kan iemand juist afremmen ↓ ruimte in het De centrale assen gebouw wordt ‘het middenschip’ en doorgetrokken. ‘de straat’ stippen aan dat de publieke © Secchi Smith
a+285 kanal-Centre Pompidou, Brussel 73 om een ‘cultuurcentrum’ binnen te gaan. Daarom noemde grammeerde activiteiten in af, waardoor ze een andere soort Bo Bardi de herbestemming van de voormalige fabriek in Sao Paulo liever een plek voor ontspanning. Wat ooit de plaats publieke ruimte vormen dan de straat. We zien ze veeleer als was van noeste, harde arbeid – soms zelfs van pijn en lijden – werd een plaats voor vrije tijd. Maar zonder de geschiedenis een common ground, een gemeenschappelijk raakvlak, letter- ervan uit te wissen. Sporen van de oude fabriek bleven zicht- baar op de muren, de vloeren, het dak, de dragende balken lijk. Een stedelijke ader die gebruikt kan worden om de site en kolommen van het gebouw. Details die getuigen van de bedrijvigheid en de arbeid van weleer, en de herinnering te doorkruisen. Of toch alleszins eerder een plek om gewoon eraan levendig houden in het gebouw dat werd omgevormd tot een buurtcentrum, een gemeenschapscentrum, een plek rond te hangen dan om kunst te bezichtigen. voor ontspanning van de plaatselijke bevolking. Het project laat ook zien dat architectuur niet tot alles Zoals alle architectuurprojecten komt ook kanal tot in staat is. Je moet banden smeden én onderhouden met de plaatselijke economie en arbeidsmarkt, evenals met stand door ideeën en ervaringen uit te wisselen, door naar nabijgelegen scholen en lokale bevolkingsgroepen. Om de kansen en opportuniteiten van het project te blijven referenties te zoeken en door lessen te trekken uit vorige garanderen, moet je actief en continu waken over het on- derling overleg tussen de verschillende partijen. Een andere opdrachten. Dit is een gradueel proces waarin we alles in belangrijke voorloper voor kanal zijn de vele burgerinitia- tieven die rond Tate Modern zijn ontstaan. In de vorm van vraag stellen, onderhandelen en compromissen moeten nieuwe coöperatieve vennootschappen werkt de bedrijfs- en handelssector er samen met creatieve, gesubsidieerde sluiten. Niet alleen een probleemoplossend vermogen, maar non-profitorganisaties en bewonersverenigingen. Dat heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen dat de lokale gemeenschap ook intuïtie is daarbij cruciaal. Wat kanal uniek maakt, is zich het museum kon toe-eigenen. Het grondplan van het gebouw met twee hoofdassen die de onbepaalde duur van dat proces. We hebben onderzocht elkaar in het midden kruisen – zoals de cardo en de decumanus in de plattegrond van een Romeinse stad – vormde de basis wat de rol van een museum en de diepgewortelde culture- voor de indeling van kanal. Aanvankelijk noemden we de assen ‘het middenschip’ en ‘de straat’, om aan te stippen dat le impact ervan is, en we hebben geput uit een schat aan de openbare ruimte in het gebouw wordt doorgetrokken en binnengebracht. Dat is op zich geen nieuw idee, het werd al architectuurtheoretische studies. Maar onze focus bleef toegepast toen het museum zich in de 20ste eeuw opnieuw moest uitvinden. Al in 1929 ontwierp Le Corbusier voor natuurlijk wel altijd liggen op het specifieke gebouw en zijn het Mundaneum in Genève een oplopende spiraalvormi- ge, publieke gaanderij, die vertrok buiten het gebouw. Het plaats in de stad, in het hart van Europa. Guggenheim Museum (1943–59) van Frank Lloyd Wright lijkt hiervan zelfs een doorgedreven versie. En ook de houten In onze wedstrijdbundel stelden we dat ‘kanal geen mu- omgang rond de site van het reeds genoemde sesc Pompeia is er een verderzetting van. Ze wordt gebruikt om te struinen seum is’, terwijl het dat natuurlijk wel is, en dat is duidelijk en te kuieren maar ook om te zonnebaden, en noemt men daarom weleens ‘het strand’. zodra je het gebouw betreedt. Maar kanal kan ook anders In The Cultural Logic of the Late Capitalist Museum (mit Press) stelt Rosalind Krauss dat de ruimtelijke beleving van een ingevuld worden; het staat open voor andere interpretaties museum primeert op het aanschouwen van kunst: de ruimte die zich tussen de werken bevindt, is dus belangrijker voor en visies. Het staat klaar om iets anders, iets meer te wor- bezoekers dan de werken zelf. Dat is ook wat er in Tate Modern gebeurt: de Turbine Hall is een publieke ruimte, den. Zo was er kanal Brut, een programma van tijdelijke een doorgang waarin ook kunst wordt tentoongesteld. Een doorgang die zelf kunstwerk werd toen Olafur Eliasson er in tentoonstellingen die experimenteerden met de manier 2003 het wondermooie Weather Project installeerde, en bewust het kunstobject liet verdampen in een soort landschappelijke van tonen en de interactie van het publiek. Het gaf ons een ervaring. De grens tussen binnen en buiten vervaagde. De hoofdassen en het centrale platform op de eerste ver- kans om te toetsen hoe bezoekers zich gedragen en hoe ze dieping in kanal zullen levendiger en drukker zijn dan de straten in de stad, maar dan zonder auto’s. Deze ruimtes reageren op de ruimte en het kunstwerk. Kortom, we heb- vereisen natuurlijk een zekere mate van afscherming, bevei- liging en klimaatbeheersing, en er spelen zich allerlei gepro- ben gezien hoe ze het gebouw gebruikten, en dat diende als blauwdruk voor het toekomstige kanal. Deze ervaring bevestigde de sterke kanten van het ge- bouw, maar we leerden ook de pijnpunten ervan kennen, vooral op het vlak van klimaatbeheersing en veiligheid. De overschaalde ruimtes van de werkplaatsen van de vroegere garage boden ondertussen plaats voor theatervoorstellingen, zoals La vita nuova van Romeo Castellucci (november 2018), terwijl de voormalige kleedhokjes van de garagisten het decor vormden voor een installatie van Younes Baba-Ali (januari tot juni 2019). Het succes van beide heeft ons ertoe gebracht om ons oorspronkelijk plan aan te passen. We zullen ook een reeks van kleinere, intieme ruimtes in het bestaande gebouw behouden, en enkele grote ruimtes onderbrengen in de nieuwe delen die we aan het gebouw toevoegen. We zijn een publiek interieur met meerdere toegangen aan het maken. Mensen moeten het kunnen inpalmen en zich toe-eigenen. Het wordt een opwindende plek met een bijzonder achtergrondgeluid van tentoonstellingen, voor- stellingen, debatten, workshops en feestjes. Maar er zijn ook rustiger plekjes, waar je plotseling alleen bent en je je een beetje verdwaald voelt. Er zijn natuurlijk ook private toegangen, voor vip-evenementen en voor artists in residen- ce. Een verholen circuit leidt naar de centrale punten in het gebouw, zoals het auditorium, de tentoonstellingsruimte van het civa aan de Willebroekkaai, en de galerie op de kelder- verdieping aan de Akenkaai. Dwars op de kruisfiguur van de hoofdassen vertakt er een netwerk van allerlei secundaire en tertiaire weggetjes en steegjes, alternatieve routes om door de ruimtes en tussen de kunstwerken te dwalen. →
74 noa – em2n – Sergison Bates, kanal-Centre Pompidou, Brussel a+285 Omdat kanal geen noemenswaardige eigen museumcol- de huidige pandemie ons stelt, ook al blijven de deuren tot lectie heeft, is er geen vaste plek waar die ontsloten moet wor- nader order gesloten voor het grote publiek. Het heeft de den. Kunstenaars worden uitgenodigd om door de ruimtes enorme, onafgewerkte ruimtes ter beschikking gesteld van te zwerven, ze kunnen alle delen van het gebouw gebruiken, podiumkunstenaars, die anders niet zouden kunnen repe- en hoeven zich niet te beperken tot alleen de daartoe vooraf teren en optreden. Ook de grote ramen van de voormalige toegewezen ruimtes. We trachten zo min mogelijk te raken Citroën-showroom werden omgevormd tot een gigantische aan de bestaande structuur. De infrastructuur die we toevoe- vitrine, waarin de kunstwerken zichtbaar waren zowel van gen, is flexibel en kan aangepast worden door toekomstige veraf als van dichtbij. Dit zijn constructieve oplossingen gebruikers. kanal is eigenlijk een grote schil, een omhulsel die voldoen aan de vereisten van de huidige anderhalveme- van een reeks ruimtes met verschillende afmetingen en hoog- tersamenleving. Er ergens in verscholen ligt misschien de tes, met natuurlijke lichtinval of met kunstlicht – sommige sleutel om musea en kunstplekken meer op de buitenwereld zijn verfijnd afgewerkt, andere ruw, sommige zijn afgesloten, te betrekken. Dit is althans de krachtige intentieverklaring andere dan weer open voor de stroom aan bezoekers. Kort- van het toekomstige kanal. om, het is een vrij plan van tentoonstellingszalen verdeeld De huidige gezondheidscrisis heeft de manier waarop we over vijf verdiepingen, dat schier oneindig veel combinaties leven en onze visie op de wereld fundamenteel in vraag ge- en variaties in gebruik toelaat. steld. Diepgewortelde vooronderstellingen gaan niet langer Bovenal wordt kanal een plek waar men kunst maakt, op, we moeten onze prioriteiten dringend herbekijken. De met ateliers voor artiesten en repetitieruimtes voor toneelge- lockdown heeft ons er ook aan herinnerd hoe belangrijk zelschappen in het gebouw. Sommige ruimtes zijn daarvoor menselijk contact is. Virtuele meetings en videogesprekken voorbestemd, andere kunnen zich daar bij gelegenheid toe hebben er dan wel voor gezorgd dat we aan het werk konden lenen. Alle eigen publicaties – van nieuwsbrieven tot pos- blijven en dat we met elkaar konden blijven communice- ters, van catalogi tot kunstboeken – zullen gedrukt worden ren; toch werd het gaandeweg steeds duidelijker dat het in een drukkerij binnenshuis op de eerste verdieping. Het geenszins een goed alternatief is voor persoonlijk contact. creatieve proces is dus niet alleen fysiek aanwezig, maar Terwijl we ondervinden hoe een toekomst na Covid-19 er zou ook zichtbaar voor de bezoeker. kunnen uitzien, blijken alvast de ruwe, sterk verschillende, We beschouwen kanal als een plaats waar gevestigde onafgewerkte ruimtes van het kanal-gebouw een enorme kunstenaars hun werk maken en tonen in de publieke arena troef te zijn: het is een plaats voor experiment die openstaat van de stad, als een voedingsbron voor de lokale gemeen- voor verandering, een prototype voor een meerlagige, door- schap, als een forum voor het publieke debat, waar inclusivi- waadbare publieke ruimte die dichter bij het concept van teit en cultuurparticipatie voorop staan. kanal heeft in die een agora aanleunt dan bij dat van een museum. zin al een antwoord geboden op de uitdagingen waarvoor In samenwerking met → © Secchi Smith De grote ramen van de voormalige Citroën- showroom aan het Sainctelettesquare werden tijdens de lockdown omgevormd tot een gigantische vitrine waarin de kunstwerken van ver en nabij zichtbaar waren.
Wij bouwen aan ® het nieuwe bouwen. Innovate today to shape tomorrow Al bijna een eeuw geleden werd de eerste steen van ons verhaal gelegd. Een verhaal van voortdurende innovatie, zowel in onze Kiezelweg 460 | 3620 Kesselt-Lanaken werkwijze als op productniveau. Kom naar onze showroom in +32 12 44 02 44 | [email protected] Lanaken en ontdek hoe we al bijna een eeuw volop inzetten www.nelissen.be op vernieuwing en samenwerken met bouwprofessionals om toekomstgerichte projecten op poten te zetten.
76 a+285 Interview Gigon/Guyer Een museum hoeft geen magneet te zijn © Heinrich Helfenstein, Seraina Wirz, gta Archiv / ETH Zürich
77 Al meer dan 30 jaar draagt het Zwitsers architectuur- EN For more than 30 years already, the Swiss archi- bureau Gigon/Guyer Architekten bij aan een inter- tectural firm Gigon/Guyer Architekten has been nationaal architectuurdiscours over ruimte, licht en contributing to an international architectural duurzaamheid. a+ en Bozar nodigen hen uit voor een discourse on space, light and sustainability. A+ lezing. Een gesprek met Annette Gigon. and Bozar have invited them for a lecture. A conversation with Annette Gigon. Lisa De Visscher © Thies Wachter ←← Kirchner Museum Davos, 1989–1992 ← Würth Haus Rorschach – Art Complex ‘Forum Würth’ at Administration and Training Centre with Congress Hall, Rorschach, 2009–2013
78 Interview a+285 Lisa De Visscher Het bureau Gigon/Guyer nu een schilderij, een foto of een beeldhouwwerk is – bestaat nam een vliegende start toen jullie in 1989 de wed- uit wanden en is zo ontworpen dat het licht onopvallend en strijd wonnen voor het Kirchner Museum in Davos. gelijkmatig binnenkomt. Videokunst vereist uiteraard een Sindsdien volgden nog meer dan tien andere mu- volstrekt ander soort ruimte, en die is dan eerder donker seumprojecten waaronder de verbouwing van het in de plaats van licht. Het is de klassieke black box/white Kunstmuseum in Basel en het archeologisch museum box-discussie die eind vorige eeuw zo onoverkomelijk leek. in Osnabrück. Jullie hebben de typologie dus in de Het belangrijkste hierin lijkt me dat kunst niet hoeft te vech- vingers, hoewel deze de laatste 30 jaar sterk is geë- ten tegen het gebouw waarin het getoond wordt. Ik vind het volueerd. Hoe zou u deze evolutie beschrijven? belangrijk dat het gebouw kunst goed kan ‘opnemen’ en dat men de relatie tussen kunst en tentoonstellingsruimte steeds Annette Gigon Sinds het ontstaan van de eerste opnieuw in vraag stelt. Soms heb je ook helemaal geen museum nodig. Mid- openbare musea halfweg de 19de eeuw is er een wisselwerking den vorige eeuw braken steeds meer kunstenaars uit het keurslijf van de museumarchitectuur door kunstwerken aan de gang tussen twee erg verschillende opvattingen over te tonen op plekken zonder pretentie, zonder geschiede- nis of met een totaal andere typologie dan een museum. hoe een museum er moet uitzien, welke rol het moet spelen Het ging hier niet alleen om het scheppen van alternatieve tentoonstellingsruimtes, maar vooral om de wisselwerking ten opzichte van wat wordt tentoongesteld en welke bood- tussen architectuur en kunst. Het gebouw droeg actief bij tot de totstandkoming van het kunstwerk, en was in extre- schap het moet uitdragen naar zijn bezoekers en naar de stad. me gevallen zelf het kunstwerk, denk maar aan het werk van bijvoorbeeld Gordon Matta-Clark. Deze interactie Onopvallende, terughoudende gebouwen, die zich eerder tussen kunst en architectuur werd echter door kunstenaars bepaald, en niet door architecten! Een prachtige ervaring dienstbaar opstellen tegenover hun kunstcollectie, wisselen voor mij was Chambres d’Amis te Gent in 1986 waar Jan Hoet een vijftigtal kunstenaars en ‘gastgezinnen’ samenbracht om af met musea die zichzelf op de meest indrukwekkende ma- kunst te ontwerpen en te tonen in het alledaagse kader van een woning. Je kon gewoon bij de mensen aanbellen om een nier willen tonen en door de pracht en praal van het gebouw kunstwerk te bekijken! Dit was een belangrijke stap voor de invraagstelling van de klassieke museale ruimte en de zoveel mogelijk bezoekers proberen aan te trekken. Telkens ontdekking of zelfs het verheffen van het alledaagse. Het is een uiterst radicaal tentoonstellingsconcept waarbij een men genoeg heeft van een van beide types komt het andere banaal interieur een museum wordt, enkel en alleen door de aanwezigheid van een kunstwerk en van publiek. weer de kop opsteken. Men denkt dat dit eigen is aan het museum van de 21ste eeuw, maar eigenlijk is deze wisselwerking al bijna 150 jaar bezig. Het is de basisconstante van de museumbouw. Ondertussen evolueerde vooral de aard van het tentoon- gestelde materiaal. De verschillende manieren waarop kun- stenaars zich uitdrukken heeft zich de laatste eeuw sterk vermenigvuldigd. Na schilder-, teken- en beeldhouwkunst kwam de fotografie, daarna film en installaties. Ook het boek neemt een steeds grotere plek in. Al deze verschillende uitdrukkingsvormen vragen andere ruimtelijke condities. De ideale ruimte voor een beeld – of dit © Gigon/Guyer Architects ← Archeologisch museum en Park Kalkriese, Osnabrück, Duitsland, 1998– 2002 → Publieke woonkamer (Stadslounge), Sankt Gallen, Zwitserland, 2006. Kunstinterventie door Carlos Martinez and Pipilotti Rist
a+285 Gigon/Guyer 79 ldv Musea zijn ook vaak een instrument om de stad rest doen we wel zelf.’ Het was alsof ik tot de orde werd te maken. Welke rol speelt volgens u het museum van geroepen. Sindsdien dragen we extra zorg voor de condities de 21ste eeuw voor de stad? binnen onze musea. Daglicht is bijzonder belangrijk voor ons. Het is het meest levendige, meest geliefde licht: dankzij ag Toen het Kirchner Museum in Davos net klaar was, een speciaal door ons ontworpen systeem van sheddaken in 1992, won Frank Gehry de wedstrijd voor het Guggen- kunnen we onze tentoonstellingszalen voorzien van een heim Museum in Bilbao. Vijf jaar later werd dat museum helder gelijkmatig licht. hét symbool voor de manier waarop kunst en architectuur ingezet konden worden om een soort van magneet te vor- ldv Hoe gaan jullie in het bureau om met de ge- men die bezoekers aantrekt. Zoals ik voordien al zei bestaat volgen van de Covid-19-pandemie? Welke rol ligt er deze tendens al veel langer, maar eind vorige eeuw geloofde volgens u nu weggelegd voor de architect? men erg in dit soort ‘snelle citymarketing’. Verschillende bouwheren vroegen ons toen om een ‘magneetmuseum’ te ag De coronacrisis heeft me erg aan het nadenken ge- bouwen. Maar je kunt dit soort zaken niet sturen door archi- zet. De directe gevolgen van de epidemie, zowel ruimtelijk tectuur alleen; er zijn te veel andere randvoorwaarden die als economisch, zijn vandaag uiteraard erg tastbaar, maar een grote invloed uitoefenen zoals, in het geval van Bilbao, ik ben vooral bezorgd als ik naar het grotere plaatje kijk. de Guggenheim-collectie, het budget, het programma, het Vervuiling, klimaatverandering en het verstoren van de hele stedenbouwkundige plan waarin het museum is ingebed biodiversiteit liggen aan de basis van dit soort pandemieën. enzovoort. Een museum hoeft geen magneet te zijn. Dit is in Daarenboven is onze maatschappij veel te sterk afhankelijk ieder geval niet de manier waarop wij musea bouwen. van fossiele brandstoffen. De bouwindustrie enerzijds en het dagelijks verbruik in woningen anderzijds zijn verant- ldv Hoe ziet u de relatie tot de bezoeker? Wie is de woordelijk voor 40 procent van de co2-uitstoot. Ik denk gebruiker van het museum van vandaag? dat de verantwoordelijkheid van de architect er vooral in bestaat om op zo’n manier te ontwerpen en te bouwen dat ag De participatieve interactie met het publiek wordt die co2-uitstoot ingeperkt wordt. steeds belangrijker. Het publiek moet actief kunnen deel- We kunnen dit als architecten wel niet alleen. We hebben nemen aan de museale ervaring. Dit gebeurt zowel binnen opdrachtgevers en aannemers nodig die meewerken, aange- als buiten de klassieke museale ruimte. Denk maar aan de paste bouwwetten, duidelijke data, berekeningen, metingen Donald Judd Brunnen in Winterthur, waar in de zomer de en vooral gebruiksvriendelijke digitale ‘tools’ die het mogelijk kinderen in het water spelen of het werk van Pipilotti Rist die maken om de co2-uitstoot van het project al in de concept- in samenwerking met de architect Carlos Martinez een reeks fase te evalueren - in termen van constructie, levensduur en straten, pleinen en banken in Sankt Gallen met knalrode ontmanteling. Dit is belangrijk zodat we niet bezwijken voor rubbergranulaat liet overgieten. Deze Stadlounge wordt zo een goedbedoeld, maar zinloos of zelfs schadelijk activisme. Ik heel toegankelijke, participatieve, museale, openbare ruimte. heb met mijn studenten aan de eth in Zürich een heel semes- De bezoeker is natuurlijk niet de enige gebruiker, ook ter gewijd aan het onderzoek naar alle mogelijk parameters, de kunstenaar zelf speelt een belangrijke rol. Tijdens een zowel voor reconversie als voor nieuwbouw, gaande van iso- lezing in het Kunstmuseum Basel, jaren geleden, vroeg latiewaarden tot levensduur van het gebouw. De resultaten men kunstenaar Rémy Zaugg naar de behoeften van de hiervan worden opgenomen in een groepstentoonstelling kunstenaar op het vlak van tentoonstellingsarchitectuur. die Matthias Sauerbruch zal cureren aan de Akademie der ‘Alsjeblieft, architecten’, zei hij, ‘maak toch niet steeds Künste in Berlijn. Ik hoop dat dit meer mensen aan het den- zulke waanzinnige, creatieve bouwsels! Het enige wat wij ken zet en ons weer een stapje dichter bij een wereld brengt nodig hebben zijn wanden, een vloer en goed licht. De waarin we respectvoller omspringen met het klimaat. LECTURE Gigon/Guyer WHEN 19 October 2020, 20:00 WHERE Online webinar on a-plus.be LANGUAGE English INFO AND TICKETS a-plus.be WITH THE SUPPORT OF Febelcem, la Fédération belge du ciment/ De Belgische Cementfederatie © Thomas Mayer
80 a+285 Mysterieus patroon Er zijn gebouwen waar je via gangen de verschillende EN There are buildings in which you reach the differ- kamers met hun programma’s bereikt. Er zijn ook ent rooms and their programmes by going down gebouwen waar je van kamer naar kamer gaat, zoals corridors. There are also buildings in which you nu in cultuurhuis nona in Mechelen, een realisatie move straight from one room to the next, like now van dmva. Zijn er dan geen gangen? Toch wel: krom- at Mechelen’s cultural centre nona, designed by me gangen, brede gangen, smalle steeg jes. Alleen, ze dmvA. What, are there no corridors? Indeed there leiden nergens naartoe… are: crooked corridors, wide corridors, narrow al- leys. The only thing is that they lead nowhere … Joeri De Bruyn – Foto’s Sergio Pirrone ← ↓ De toegang tot de De brandsteeg straat is, op een vormt de ruggen- middeleeuwse graat, zowel, brandsteeg toegang, grens als na, afgeknepen. Het verbinding tussen nieuwe nona heeft oud en nieuw. geen zichtbare Op de wanden en gevel aan de vloeren van de straatkant, enkel buitenruimtes een poort. maakte kunstenaar Nick Ervinck een basreliëf met twee tinten baksteen.
a+285 dmva, nona, Mechelen 81 In het oude, gezellige café van het cultuurhuis ontmoet ik In de jaren die volgden kon nona – met behulp van Vlaam- architect David Driesen van dmva en Axel Doumen, een se subsidies, de stad Mechelen en particuliere sponsoring van de oprichters en bezielers van nona. We zijn de enige en crowdfunding – de drukkerij aankopen en sparen voor tooghangers. Het is begin juni en de sector is nog in lock- de verbouwing. Achteraf gezien was het een operatie van down. De uitbreiding van nona – met de nieuwe theaterzaal gemiste kansen: de eigenaar had twee woningen aan de – is enkele maanden geleden opgeleverd, maar nog nooit in straatkant in allerijl verkocht. Enkel het binnengebied was levenden lijve, met publiek, uitgetest. nog vacant. De toegang tot de straat was, op een middel- In Mechelen laat nona zich opmerken met een frisse pro- eeuwse brandsteeg na, afgeknepen. Dat bemoeilijkte de grammatie van hedendaagse dans, muziek en theater. Abat- sloop- en bouwwerken en maakte dat het nieuwe nona geen toir Fermé en Lisbeth Gruwez (Voetvolk) hebben hier hun zichtbare gevel kon krijgen aan de straatkant. “Je kunt het uitvalsbasis. Nona is meer dan een presentatieplek. Hun nieuwe gebouw moeilijk ervaren, je ziet niet onmiddellijk missie: beloftevolle kunstenaars ondersteunen op zakelijk, wat het is”, zegt architect David Driesen. organisatorisch en artistiek vlak. Dat is ook de reden waar- Om het allemaal nog wat erger te maken, was het complex om een tweede zaal noodzakelijk was. “Niet zozeer om twee bezwaard met een erfdienstbaarheid. De eigenaar van het voorstellingen per avond te organiseren, wel om kunstenaars binnengebied wilde de toegang behouden tot zijn handel- de kans te geven hun stukken voor te bereiden en te repeteren spand aan de achtergelegen IJzerenleen. Het resultaat is in een professionele omgeving”, zegt Axel Doumen. dat er gangen vrijgelaten moesten worden. Dat leidde tot Ik herinner me een stukje in a+ 184 uit 2003. Nona was verloren ruimte en een hogere bouwkost. nog een beginnend cultuurhuis dat een plek had gevonden In het ontpitte binnengebied met zijn grillige, onre- aan de Begijnenstraat in de binnenstad van Mechelen. gelmatige vorm, paste de architect een opeenvolging van Een prachtige maar afgeleefde art-deco-theaterzaal, een binnen- en buitenkamers in, die uitmonden in de nieuwe cafeetje en een backoffice, veel meer was het niet. Twin- theaterzaal. De kamers zijn ruim en onbepaald; er kan tig jaar geleden startte de samenwerking tussen nona en vanalles gebeuren. Buiten kijkt de stad op je neer. De mid- dmva, die tot op vandaag loopt. Nona kreeg de kans om deleeuwse brandsteeg, die de oude en de nieuwe site van de voormalige drukkerij in het binnengebied in te palmen elkaar scheidt, bleef behouden. Ze vormt de ruggengraat als ‘noodruimte voor artiesten’. Het gebruik was tijdelijk, van de plek, zowel grens als verbinding tussen oud en nieuw. de middelen eenvoudig: verf. Elk van de vier noodruim- Maar de magic touch van dit alles mogen we op conto tes kreeg van kop tot teen een telkens andere felle kleur. schrijven van de kunstintegratie. De architecten engageer- Alle onvolmaaktheden en details werden geabstraheerd, den Nick Ervinck met een duidelijke wens: het kunstwerk verzwolgen door kleur. mocht geen ornament zijn, geen standbeeld of iets derge- → ↓ In het ontpitte binnengebied paste de architect een opeenvolging van binnen- en buitenkamers in.
82 dmva, nona, Mechelen a+285 lijks uitwendig aan het gebouw. Op de wanden en vloeren De geste met de liters verf uit 2003 lijkt zich te herhalen, van de buitenruimtes, en van een brede servitudegang, maar dan op een andere manier. Het kunstwerk doet met de maakte Ervinck een basreliëf met twee tinten baksteen. dode gang, die nergens heen leidt, wat het kleurenpalet deed Een mysterieus patroon wordt zichtbaar, misschien ab- met de noodruimtes. Ingepakt in een bakstenen sculptuur. stract, misschien figuratief; je zou het eigenlijk vanuit De gang wordt hierdoor omgetoverd tot een kamer, een po- de hoogte, met een drone, moeten kunnen bekijken om tentiële gebruiksruimte, uitnodigend. Voor wat? Dat weten uitsluitsel te krijgen. we nog niet. Het is wachten tot na de lockdown. Section Aa 0 5m 1/200 A Floor 0 0 1/200 0 a 5m 0 5 10m Architect Programme Artwork Budget dmvA Renovation and exten- Nick Ervinck € 2,380,000 sion of arts centre nona (excl. VAT and fees) Website with a new theatre hall, Structural engineering multifunctional forum and Product / Supplier dmva-architecten.be three exterior patios Util struktuurstudies Wienerberger (bricks), Official project name Procedure Services engineering Reynaers (aluminium exterior joinery), Arts centre nona Direct commission Technum Viessman (boiler), Eternit (fiber cement Location Client Acoustics boards) Mechelen, Belgium vzw Theater Teater Technum Lead contractor Completion Willems & co September 2019 Total floor area 688 m² (arts centre) 275 m² (front building)
nieuw PLS Newton Met PLS Newton zit je bouwproject in de lift. 1. Extra druksterkte 2. Alle voordelen van Porotherm PLS 3. Dé keramische bouwoplossing voor appartementen en utiliteitsgebouwen Bouwen tot 6 bouwlagen hoog Handige NRd-berekeningstool beschikbaar Wienerberger ontwikkelde een tool voor de berekening van verticaal belaste metselwerkwanden volgens Eurocode 6 (NBN EN 1996-1-1 + ANB). www.wienerberger.be/plsnewton
84 a+285
a+285 85 Tweede viool Met de vraag naar een nieuw theater – een represen- EN With the demand for a new theatre – a rep- tatief gebouw met een grootstedelijk programma resentative building with a metropolitan pro- – reikte de ambitie van de al bij al toch kleine stad gramme – the rather small city of Deinze set Deinze heel ver. Het Leietheater van trans en V+ the bar very high. TRANS and V+’s Leietheater balanceert tussen theatraliteit en dienstbaarheid, performs a true balancing act between theat- een ware evenwichtsoefening. ricality and practicality. Eline Dehullu – Foto’s Stijn Bollaert ← ↓ Het theater staat Het Leietheater op een lijn met het geeft rugdekking nieuwe stadhuis en aan het bestaande de kunstacademie, museum. De op de zichtas vanaf omringende open het Sint-Poppoplein zones sluiten op in het centrum. elkaar aan tot een groenpark dat doorloopt tot aan het water.
86 trans – V+ a+285 Ruim 10 jaar al timmert het jonge, ambitieuze bestuur Pas opzij van Deinze aan een metamorfose van het stadscentrum. Precies daarom besloten trans en V+ om de toegewezen Het provinciestadje aan de Leie in de schaduw van Gent, plek voor het cultureel centrum in het masterplan van uapS dat jarenlang de rivier de rug toekeerde en waar koning (‘Deinze, Ville à la Lys’) in vraag te stellen. In plaats van het auto regeerde, besloot in 2009 de kern volledig te vernieu- op een bestaande parkeerzone op te richten, plantten ze het wen. Een team rond Marie-José Van Hee en Robbrecht en in aan de overkant van de straat, achter het nieuwe stadhuis Daem architecten vormde de markt en het kerkplein om tot en naast het bestaande Museum van Deinze en de Leiestreek een autoluwe, doorlopende wandel- en ontmoetingszone. (Mudel). Deze boude daad lost immers tegelijk meerdere Kunstenaar Benoît van Innis strooide er in de vorm van ontwerpvraagstukken op. De omringende open zones kunnen een kleurrijk mozaïek, een stenen stadstapijt over uit. Een op elkaar aansluiten tot een groenpark dat doorloopt tot aan aanmeerkade en wandelpromenade aan de Leieboorden het water. Het theater komt zo op een lijn te staan met het maakte dat Deinze zich opnieuw liet definiëren door het nieuwe stadhuis en de kunstacademie, op de zichtas vanaf meanderen van de rivier. Het centrum herleefde. het Sint-Poppoplein in het centrum. En een ondergrondse Langs dit wandelparcours verrezen de afgelopen jaren parking wordt overbodig, want de bestaande parkeerzone drie nieuwe openbare gebouwen: het nieuwe stadhuis van kan behouden blijven – dat scheelde meteen 4 miljoen euro Tony Fretton (2016), de reconversie van twee kunstacade- in het bouwbudget. Met de niet-ijdele hoop dat deze verharde mies van Lens°Ass en Wit architecten (2017), en het Leie- parking in de nabije toekomst ook muteert in een groen park. theater van trans en V+, dat feestelijk werd ingehuldigd in Maar de belangrijkste reden voor de architecten was september 2019. Drie gebouwen die het licht zagen door een misschien wel dat door het herpositioneren van het theater Open Oproep van de Vlaams Bouwmeester. En drie keer naar de overkant, het museum centraal komt te staan tussen met de ambitie om het (her)bouwen als een aanleiding te stadhuis en theater. De kunstinstelling stond jarenlang wat zien om de open ruimte te versterken. verloren aan de rand van de stad, langs een drukke ringweg. “We wilden in de eerste plaats het museum met een erg waardevolle collectie van de impressionistische Leieschil- ders in ere herstellen door het rugdekking te geven. Door De theaterzaal, een volledig ontkoppelde box-in- a-box.
a+285 Leietheater, Deinze 87 de herpositionering konden we het museum kaderen, en zo het metselwerk verandert genuanceerd naargelang de stapeling teruggeven aan de stad”, vertelt Bram Aerts van trans. van de volumes. Deze autonome, witte gevel is als een gekloste “Zodra de beslissing was genomen om het theater naast bruidsjurk die over de blinde theatertoren is gedrapeerd. het museum te plaatsen, schreef het ontwerp zich haast De witgeglazuurde bakstenen weerkaatsen ‘s avonds, vanzelf”, gaat Aerts verder. trans en V+ ontwierpen een wanneer de theaterbezoekers komen, het zachtste maan- zo compact mogelijk gebouw, en kwamen gelijk uit bij een licht, waardoor het gebouw glimmend oplicht. Een spel met vierkant grondplan. De hoofdingang werd logischerwijs natuurlijk licht, dat de architecten kennen van de luministi- gepositioneerd aan het voorplein van het museum, net als sche landschapschilderijen van Emile Claus uit het naburige het theatercafé. Logistieke problemen konden ze nagenoeg museum. Onnodig spots op het gebouw te richten. Het is volledig omzeilen door alle publieke programmaonderdelen alweer een voorbeeld van hoe ze met eenvoudige oplossingen op de benedenverdieping te situeren. Alle voorzieningen het maximum uit het budget halen. zijn in een circuit rond de grote zaal geschikt. De betonnen toneeltoren kreeg zijn plek in de hoek, aan de ringweg. Zo Pantheon buffert die het binnengebied van theater en museum. Eenmaal binnen, komt de bezoeker in een indrukwekkende foyer, vanzelfsprekend het hart van het gebouw. Het is een ro- Kanten kleed yale ontvangsthal, opgetrokken in ruw zichtbeton met verticale De schakeling en de hoogte van de bouwvolumes werden bekistingsafdrukken en een ovalen lichtkoepel in het midden. bepaald door de volumetrie van dat belendende museum. En zoals in het Pantheon is die oblieke oculus meer dan alleen Het witte, strakke gebouw uit 1981 – van architecten Jos Van een lichtopening, en is ook de diameter van groot belang. Hij Driessche, Jean Van den Bogaerde en Herman De Witte – gaf bepaalt de kijkrichting van de bezoeker die er bij aankomst ook mee richting aan de materialiteit en gevelbekleding van een glimp door opvangt van de glanzende toneeltoren. het theater. De benedenverdieping is opgetrokken in glas en In deze theatrale ruimte spelen uitgedoste bezoeker en aluminium, daarboven zijn de buitengevels afgewerkt met witte acteur het voorafgaandelijke, dubbele spel van bekijken en glazuurstenen. Ze zijn in afwisselende lagen gemetseld – de ene bekeken worden. De betonnen draaitrap, de massieve loop- laag vlak, de volgende schuin op de wand – en het patroon van brug die dwars door de ruimte snijdt, de grote raamopening → ↓ Foyer met oblieke oculus en betonnen loopbrug en trap.
88 trans – V+, Leietheater, Deinze a+285 met balkon: het zijn stuk voor stuk architecturale ‘attributen’ Collectieve emotie die toelaten het toevallige te ensceneren. Door wanden en een Naast technische vindingrijkheid is er ook pracht en praal in tribune uit te schuiven kan een deel van deze ruimte gebruikt de theaterzaal. Ze werd afgewerkt met panelen uit kerselaar worden als extra zaal voor 120 bezoekers. Tribune wordt podi- en men investeerde in 450 goed zittende, groen pluchen ze- um, en omgekeerd. Zoals in de kunstinstallatie Public Space/ teltjes. Ze staan, zonder middenpad, in een zachte, kromme Two Audiences van Dan Graham uit 1976: ‘We watch ourselves; lijn. De toeschouwer ziet zo vanuit zijn ooghoek de traan en de lach van de ander. Het is geen vlakke zaal voor vlakke we watch others; we watch others being watched; and we watch ourselves emoties. Hier beleef je het spektakel samen. being watched.’ Door de grote glaspartij in deze inkompartij Op de binnenkant van de theaterzaal en de rijke afwer- merkt de theaterganger hoe auto’s op de ringweg voorbijrazen king van de buitengevel na, ontwierpen de architecten ruim- – volstrekt geluidloos. Het is haast bevreemdend. Kosten noch tes zonder decorum. De naakte structuur is de architectuur. moeite werden gespaard om samen met studiebureau Daidalos Ze tekenden een gebouw met allure maar zonder branie, Peutz de perfecte akoestiek te evenaren. Uiteraard bereikt ook dat zich dienstbaar opstelt ten opzichte van de omliggende geen enkel geluid of trilling de eigenlijke theaterzaal – een open ruimte, en dat het nabije museum nog steeds de eerste volledig ontkoppelde box-in-a-box. Het verwondert niet dat dit viool laat spelen. technisch huzarenstukje een grote hap uit het beperkte bouw- budget van 8 miljoen nam, samen met de theatertechnieken. Section 5m 5m Floor 0 0 2 5 8 10m Architect Programme Structural engineering Total floor area TRANS architectuur | Cultural centre Ney & partners 3,500 m² stedenbouw – V+ Procedure Services engineering and theatre equipment Budget Website Competition (Open Call) Theateradvies € 9,250,000 transarchitectuur- (excl. VAT and fees) stedenbouw.be Client Building physics vplus.org Product / Supplier City of Deinze Studiebureau Boydens Official project name Wienerberger (bricks), Lead contractor Acoustics Erco (spotlights) Leietheater Strabag Daidalos Peutz Location Landscape architect Completion Deinze, Belgium Marie-José Van Hee September 2019 architecten
OP ZOEK NAAR MEER NETTO WOON- OPPER- VLAKTE? Asnières, Paris | Glazen schuifpanelen van Colt | Beeld: © Dennis Driessen | Architect: © ATELIER D‘ARCHITECTURE BRENAC ET GONZALEZ De glazen schuifpanelen van Colt bieden u de gepaste oplossing op deze vraag. Toepasbaar als: Zonwering | Scheidingswand | Wintertuin | Uitbreiding woonoppervlakte Productkenmerken: www.coltinfo.be | “People feel better in Colt conditions” • Veilig – ook geschikt voor hoogbouwprojecten • Transparant • Architecturaal design • Manueel of gemotoriseerd • Flexibel • Ruime keuze in glasafwerking (bedrukking, kleuren…)
90 a+285 Meer dan een facelift Sinds september 2019 kun je in Namen het vernieuw- EN The renovated cultural centre Le Delta in Namur de cultuurhuis Le Delta bezoeken. Het originele ge- opened its doors in September 2019. The original bouw, naar een ontwerp van Victor Bourgeois, werd building, designed by Victor Bourgeois, was ren- na een intens onderzoeksproces gerenoveerd door ovated by Philippe Samyn and Partners after a Philippe Samyn and Partners. detailed research process. Chloë Raemdonck Het originele tot het water. gebouw van Victor Victor Bourgeois Bourgeois (1964) en vatte het project het nieuwe ontwerp op als geheel van vandaag met een bouwwerk, publieke extra cilindervormig ruimte, kunst en volume en toegang tuinarchitectuur. © CIVA Inplanting © Quentin Olbrechts
a+285 Philippe Samyn and Partners, Le Delta, Namen 91 Het originele gebouw dateert van 1964, twee jaar na de dood Begin 21ste eeuw drong zich echter een renovatie van het van Victor Bourgeois. Het ontwerp was doordrongen van gebouw op. Zoals zoveel modernistisch patrimonium had het zijn modernistische stijl. Al in zijn eerste schetsen vatte hij cultuurhuis te kampen met een beperkte duurzaamheid van het gebouw op als geheel van bouwwerk, publieke ruimte, de gebouwschil, verouderde technieken en veiligheids- en toe- kunst en tuinarchitectuur. De inplanting van het nieuwe gankelijkheidsproblemen. Bovendien bleek de inplanting van ‘palais de la culture’ in het historische stadscentrum van het gebouw, net buiten de historische stadskern, het gebouw Namen was ook niet mis: aan de splitsing van Samber en eerder af te snijden van het stedelijk weefsel. Ook het groots Maas, naast de historische Halle al’Chair, de 16de-eeuwse opgevat plein bleek nooit echt te werken als publieke ruimte. vleeshal, waarlangs de door René Pechère ontworpen tuin Het renovatieproject startte in 2009 met een participa- de buffer vormde tussen water en gebouw. tief opgevatte masterplanfase, om alle noden (technisch, Voor het gebouw werd een imposant plein aangelegd, programmatisch, stedenbouwkundig) stevig in kaart te dat kunstwerken van verschillende Brusselse en Waalse brengen en een eerste puzzel te leggen. Op basis van dit kunstenaars etaleert. Voor de afwerking werden kosten masterplan werd een wedstrijd uitgeschreven, die in 2015 noch moeite gespaard: marmer, walnoot, koperen details werd gewonnen door Philippe Samyn and Partners. en levensgrote lusters en venetiaans glas gaven het gebouw Wie vandaag de brug aan de Rue du Pont oversteekt, ziet een imposante uitstraling. een bouwkundige bedrijvigheid die doet vermoeden dat Ter nagedachtenis van de Naams politicus en schrijver men het beste voorheeft met dit stukje Namen. Van over François Bovesse was het gebouw – naast cultureel centrum het water lijkt Le Delta een wat raar ingeplante nieuwbouw. waar tentoonstellingen en optredens plaatsvonden – opge- Dit kan ook niet verwonderen: van de originele modernisti- vat als (internationaal) congrescentrum met bijbehorend sche façade hield men niets over. Witte volumes en houten programma (een exclusieve club, een chique restaurant). schrijnwerk werden als een laagje over de oude volumetrie In de geest van mei ’68 vond men het dan ook elitair en gelegd. De uitgesproken vorm van de oorspronkelijke con- extravagant. Al snel verschoof de focus naar een breder certzaal en het boogvormige tentoonstellingsgebouw zijn publiek: het gebouw zou de jaren nadien plaats bieden aan nog te ontwaren en werden aangevuld met nieuwe volumes verschillende initiatieven om kunst dichter bij de mensen te om het bijkomende programma in onder te brengen. Dit brengen, in de vorm van tekenstudio’s, workshops en later geeft een wat onsamenhangend beeld, dat samengehouden ook een bibliotheek. wordt door een eenvormige afwerking. De witte vlakken → © Ghislain André
92 Philippe Samyn and Partners a+285 Section Aa fi fl fi fl fi fl A a Floor 0 02 10 20m Architect Programme Structural engineering Acoustics Philippe Samyn and Theatre hall, MC-carré Altia Partners exhibition spaces, bookshop, offices Services engineering Completion Website Procedure SIX Consulting & September 2019 samynandpartners.com Engineering, DTS & CO Design-build Total floor area Official project name competition Building physics 8,560 m² La maison de la culture Client Cenaero de la Province de Budget Namur, Le Delta Province de Namur Sustainability € 16,455,197 Location Lead contractor SIX Consulting and (excl. VAT and fees) Engineering, DTS & CO, Namur, Belgium Cœur de Ville (Entre- SECO Product / Supplier prise Thomas et Piron) Colt (solar shading systems), STO (facade)
a+285 Le Delta, Namen 93 © Quentin Olbrechts
94 Philippe Samyn and Partners, Le Delta, Namen a+285 maken zich wel mooi ondergeschikt aan de historische De fijnzinnige detaillering van houten façade en met barokke Samber en Maaspoort en de Halle al’Chair. stalen roosters omkokerde buitentrappen ontbreekt in de Het gebouw opent zich, ter hoogte van de plint, luxueus meeste tentoonstellingszalen. Uitzondering hierop is de naar het water. Het slim ingeplant restaurant krijgt ook 7ème Ciel: de hoogste zaal van het halfboogvormig volume hier zijn terras. Deze inplanting lijkt te werken, want zelfs geeft een prachtig uitzicht op de samenvloeiing van Samber in het najaar zitten studenten te verpozen op de trappen in en Maas. Ook op het dakterras is het aangenaam verblijven, de middagzon. geborgen tussen de vleugels van het gebouw. Ter hoogte van de ingang maakte het plein plaats voor Salle Het gebouw vertoont zeker nog kinderziekten, zoals Tambour, een rond concertzaaltje. De witte cilinder gaat ter gebrekkige signalisatie en soms wat minderwaardige afwer- hoogte van het maaiveld over in een net gedetailleerde basis, king, maar in alle informele ruimtes, de foyer, de leeszaal, die in de toekomst dienst zal doen als boekenwinkel en van het restaurant, zitten mensen te lezen en te werken. Dit doet de aanlandzone voor de inkom een beschutte plek maakt. vermoeden dat een gebouw als Le Delta zeker zijn plaats zal Momenteel ontbreekt het de inkom aan orde en richting. krijgen in het Naamse stadsweefsel. De ticketbalie zit verscholen in een uithoek; de weg naar het restaurant geeft het gevoel van een dienstingang. In de eens zo luxueuze foyer gaan de Venetiaanse lusters en koperen zuilen in competitie met het akoestisch cassetteplafond en de toegevoegde stalen balustrade. De Grande Salle, in het hart van het gebouw, is het pro- totype van een eenvoudige hedendaagse concertzaal. De levendige fresco van kunstschilder Yves Zurstrassen geeft de ruimte een tikkeltje meer karakter. ↓ De Grande Salle, een eenvoudige hedendaagse concertzaal, met fresco van kunstschilder Yves Zurstrassen. © Quentin Olbrechts
DE BOUWPROMOTOR OP MAAT VAN UW PROJECTEN LE DELTA - NAMEN - Philippe Samyn and Partners, Architects & Engineers - © foto: Pixel Komando MOULIN BLANC - UKKEL- MDW Architecture et SIA CRÉAGORA - NAMEN - Atelier d’Architecture Ad’A & Atelier 4D Info: 081 32 24 24 I www.thomas-piron.eu
a+285 Product News 97 Wienerberger Brick Award 2020 online Polyvalente Downlights Deze gerenommeerde internationale tweejaarlijkse De spanningsrail Erco is geschikt voor werkplekken dankzij architectuurprijs beloont innoverende baksteenar- de downlights Jilly, die heel efficiënt verlichten conform de chitectuur en belicht de diverse toepassingsmogeli- normen voor elke werkpost. Men kan ze ook gemakkelijk aan jkheden van keramiek voor muren, gevels, daken en veranderingen van plaats en omstandigheden aanpassen. Men bestrating. Door de coronacrisis was het niet mo- kan ze zonder gereedschap vervolledigen, heroriënteren of gelijk de prijs in juni 2020 uit te reiken. Dat zal nu in verplaatsen, om het even waar op de spanningsrail. Erco zet in de herfst van 2020 digitaal gebeuren. Een jury van op een verlichtingstechnologie bestaande uit een systeem van gerenommeerde architecten heeft de laureaten ge- lenzen van optisch polymeer in een raster, voorzien van mid- selecteerd uit 644 projecten uit 55 landen. Vijftig power-leds met een rendement van meer dan 140 lumen per projecten zijn weerhouden voor de finale deliberatie watt. Twee vierkante modules met 5 x 5 cellen elk, verschaffen en worden opgenomen in de catalogus Brick 20. Het een lichtsterkte van 2.000 lumen bij een systeemvermogen van prijzengeld bedraagt in totaal 29.500 euro, verdeeld slechts 13 watt. De armaturen zijn ook personaliseerbaar en, over vijf categorieën. in optie, via bluetooth beschikbaar in een draadloze versie. www.wienerberger.be www.erco.com Visueel comfort Verhoogd lichtrendement Inform, een collectie lineaire en gebogen verlichtingsoplos- Cali is een gloednieuw en efficiënt lineair led-profiel singen, kan men gebruiken op werkplekken die de beste archi- voor een naadloze integratie in de geïntegreerde pla- tecturale verlichting vergen. De Melanopic Light Technology fondsystemen van Kreon. Het continue lineair licht is (mlt) van Delta Light, die de efficiënte technologie van de een essentieel hulpmiddel voor de ontwerpers. Het reflector combineert met een op de mens gerichte led-tech- profiel, ontworpen door designer Kristof Pycke, ver- nologie, vormt de basis. De hoogkwalitatieve led-lampen bonden aan het development-team Tineke Maesen & beheersen het dag- en nachtritme door een heel natuurlijk Lien Lenaerts, biedt oplossingen voor tal van toepas- wit licht te produceren met een grotere energiecomponent in singen. Resultaat? Een dunne verzonken led-lijn die cyaanblauw. Dat is bevorderlijk voor de activiteiten overdag zorgt voor een homogene en puntloze verlichting. Dit en voor de slaap ’s nachts. De reflector omsluit perfect elke profiel garandeert een langdurige zachte lichtverde- led-module. Het afschermen van elk led-punt verbetert de ling en kan men gebruiken voor algemene verlichting, lichtefficiëntie en zorgt voor een hoog visueel comfort. geleidingslicht of als grafisch lichtspel. Het clip-in- systeem bestaat in wit en zwart. De diffusor is van https://newcollection.deltalight.com/infor gesatineerd acryl. www.kreon.com
98 Product News a+285 duceerde kilogram aluminium, maar kan men terugbrengen tot 4 kg door gebruik te maken van hernieuwbare energie. Aluminium heeft een levenscyclus van 40 jaar en is volledig recycleerbaar. Tijdens het recyclageproces, dat slechts 5 procent energie behoeft van de energie voor de oorspron- kelijke productie, behoudt het al zijn karakteristieken van duurzaamheid. Dat levert een besparing op van 8 ton co2 per geproduceerde ton aluminium. www.reynaers.com Duurzame materialen © Rboert Sprang Bega verrijkt zijn gamma buitenarmaturen met hout. In samenwerking met zijn partner Aubrilam heeft het Lichtbad lichtmasten en bakens ontwikkeld die voldoen aan de De collectie Sito van Occhio bestaat uit wand-, grond- en vereisten van duurzaamheid. Het is een combinatie plafondlampen. Ingebouwde lenzen produceren lichtkegels, van twee materialen: aluminium, waarvan het op- terwijl verscheidene selecteerbare optica lichteffecten creë- pervlak met Bega Coating Technology is beschermd, ren, aangepast aan de omgeving en aan de behoeften. De en heel robuust grenenhout Accoya, afkomstig van verticale wandlamp Sito, met lichtkegels omhoog en omlaag, duurzame bosbouw. Voor de opbouwelementen van de breidt met haar indirect licht de binnenhuissfeer naadloos verlichting en de lichtmasten gebruikt de producent uit tot het terras. De bakens ‘Sito palo’ gidsen de wandelaar, gelijmd hout volgens de norm DIN EN 14080; voor terwijl de grondspots ‘Sito basso’ ludiek struiken en grassen houten zitbanken en krukken Kebony Clear. Dankzij verlichten. een speciale behandeling zijn deze materialen duur- zaam en vormvast. www.occhio.de www.bega.com Plafondlamp Matte kleuren Belux holon 60, van de designers Kristof Pycke en Marcel De nieuwe matte kleuren van Jung, grafietzwart en Rusterholz, is een minimalistische lamp met decoratieve sneeuwwit, geven het gamma schakelaars een sober accessoires en keuzemogelijkheden in glas. Zij beschikt over en geraffineerd aspect. Kwaliteitslak ‘made in Germa- een waaier aan cilindervormige hang- of opbouwarmaturen. ny’ bekleedt het oppervlak van de grote klassiekers LS Door de compacte vorm en de leds die diep geplaatst zijn 990, A 550 en A FLOW (de twee moderne versies van voor een subtiele lichtimpressie, verschaft zij discrete en de A-reeks). De modellen A 550, A FLOW, LS 990 en LS functionele oplossingen voor een algemene verlichting of CUBE zijn ook beschikbaar in nieuwe matte tinten uit een architecturale accentverlichting. Zij is beschikbaar in het uitgebreide spectrum van Jung met meer dan 300 wit en zwart. toepassingsmogelijkheden. www.kreon.com www.jung.de ‘Groene’ aluminium Reynaers Aluminium kondigt een forse stijging aan van de aankoop van primair aluminium die geproduceerd is met groene energie. Het bedrijf wil op deze manier bijdragen tot de reductie van de ecologische voetafdruk en de uitstoot van co2. Die bedraagt op dit ogenblik 8,6 kg per gepro-
Search
Read the Text Version
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- 12
- 13
- 14
- 15
- 16
- 17
- 18
- 19
- 20
- 21
- 22
- 23
- 24
- 25
- 26
- 27
- 28
- 29
- 30
- 31
- 32
- 33
- 34
- 35
- 36
- 37
- 38
- 39
- 40
- 41
- 42
- 43
- 44
- 45
- 46
- 47
- 48
- 49
- 50
- 51
- 52
- 53
- 54
- 55
- 56
- 57
- 58
- 59
- 60
- 61
- 62
- 63
- 64
- 65
- 66
- 67
- 68
- 69
- 70
- 71
- 72
- 73
- 74
- 75
- 76
- 77
- 78
- 79
- 80
- 81
- 82
- 83
- 84
- 85
- 86
- 87
- 88
- 89
- 90
- 91
- 92
- 93
- 94
- 95
- 96
- 97
- 98
- 99
- 100
- 101
- 102
- 103
- 104
- 105
- 106
- 107
- 108
- 109
- 110
- 111
- 112
- 113
- 114
- 115
- 116
- 117
- 118